Een rechtshandeling is een handeling met beoogd rechtsgevolg. Een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard (art. 3:33 BW).
Wetgeving
De rechtshandeling is geregeld in Boek 3 van het Burgerlijk Wetboe, Titel 2 ('Rechtshandelingen').
- Art. 3:32 BW (Handelingsonbekwaamheid)
- Art. 3:33 BW (Rechtshandeling)
- Art. 3:34 BW (Geestelijke stoornis)
- Art. 3:35 BW (Gerechtvaardigd vertrouwen)
- Art. 3:36 BW (Derdenbescherming)
- Art. 3:37 BW (Vorm en werking van de verklaring)
- Art. 3:38 BW (Tijdsbepaling en voorwaarde)
- Art. 3:39 BW (Niet naleving vormvereiste)
- Art. 3:40 BW (Nietige rechtshandeling)
- Art. 3:41 BW (Gedeeltelijke nietigheid)
- Art. 3:42 BW (Conversie)
- Art. 3:43 BW (Handelingsonbevoegdheid
- Art. 3:44 BW (Wilsgebreken)
- Art. 3:45 BW (Pauliana)
- Art. 3:46 BW (Vermoedens van pauliana)
- Art. 3:47 BW (Vermoedens van pauliana)
- Art. 3:48 BW (Schuldenaar)
- Art. 3:49 BW (Wijzen van vernietiging)
- Art. 3:50 BW (Buitengerechtelijke vernietiging)
- Art. 3:51 BW (Vernietiging door de rechter)
- Art. 3:52 BW (Verjaring bij vernietigbaarheid)
- Art. 3:53 BW (Gevolgen van de vernietiging)
- Art. 3:54 BW (Wijziging in plaats van vernietiging)
- Art. 3:55 BW (Bevestiging; termijnstelling)
- Art. 3:56 BW (Partij)
- Art. 3:57 BW (Toestemming van een derde)
- Art. 3:58 BW (Bekrachtiging)
- Art. 3:59 BW (Analoge toepassing buiten vermogensrecht)