Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Fiduciair eigendom of zekerheidseigendom van roerende zaken of fiduciaire cessie of zekerheidscessie van vorderingen is de eigendom van goederen van een geldverstrekker als zekerheid voor de terugbetaling van de verstrekte gelden, maar met behoud van het feitelijke gebruik van die goederen in het bedrijf van de debiteur.

Fiduciaverbod

Fiduciaire eigendomsoverdracht van roerende zaken en fiduciaire cessie van vorderingen zijn volgens het Burgerlijk Wetboek in beginsel ongeldig (vgl. art. 3:84 lid 3 BW). In plaats van deze rechtsvormen zijn het bezitloos pandrecht op niet-registergoederen (art. 3:237 BW) en het stille pandrecht op vorderingen (art. 3:239 BW) gekomen.

Nuancering fiduciaverbod

De Hoge Raad heeft het fiduciaverbod in 1995 genuanceerd. Als partijen ook andere bedoelingen hebben met een een overdracht dan het verschaffen van zekerheid, is zekerheidseigendom mogelijk:

  • HR 19-05-1995, NJ 1996, 119 (Keereweer q.q./Sogelease)
    Strekt de rechtshandeling van partijen tot ‘werkelijke overdracht’ (in geval van een zaak: tot eigendomsoverdracht) en heeft zij derhalve de strekking het goed zonder beperking op de verkrijger te doen overgaan - en deze aldus meer te verschaffen dan enkel een recht op het goed, dat hem in zijn belang als schuldeiser beschermt - dan staat art. 3:84 lid 3 BW daaraan niet in de weg.