Met stuiting wordt bedoeld de stuiting van een verjaringstermijn. Door middel van de stuiting wordt een verjaringstermijn verlengd.
De nieuwe verjaringstermijn is gelijk aan de oorspronkelijke, doch niet langer dan vijf jaren. Niettemin treedt de verjaring in geen geval op een eerder tijdstip in dan waarop ook de oorspronkelijke termijn zonder stuiting zou zijn verstreken (art. 3:319 lid 2 BW).
Wijzen van stuiting
De stuiting kan op de volgende wijzen:
- het instellen van een eis of een andere daad van rechtsvervolging (art. 3:316 lid 3 BW)
HR 30-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2222 (Stuiting)
Stuiting van de verjaring van de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een rechterlijke of arbitrale uitspraak door een daad van tenuitvoerlegging kan niet worden beschouwd als stuiting van een rechtsvordering door het instellen van een eis als bedoeld in art. 3:316 lid 1 BW, welke stuiting op de voet van art. 3:316 lid 2 BW voortduurt tot het tijdstip waarop die eis definitief wordt toegewezen.
Hof Den Haag 22-05-2012, ECLI:NL:GHSGR:2012:BW7226
Het standpunt dat na een stuiting door derdenbeslag onmiddellijk weer een nieuwe verjaringstermijn gaat lopen, moet worden verworpen. Ook voor een andere daad van rechtsvervolging geldt dat de verjaring blijft gestuit tot aan de afloop van die daad van rechtsvervolging. Daaronder dienen de gelegde derdenbeslagen te worden verstaan en de daarop gevolgde procedures.
- een schriftelijke aanmaning of schriftelijke mededeling (art. 3:317 BW)
- een schriftelijke aanmaning (art. 3:317 lid 2 BW)
- erkenning door de schuldenaar (art. 3:318 BW)
Geen stuiting vervaltermijn
Een vervaltermijn kan niet worden gestuit.