Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Civielrechtelijk executiegeschil. Verbod burgerlijke rechter tot het leggen van strafvorderlijk beslag is niet mogelijk. Strafvorderlijk verzet ex art. 575 lid 3 Sv is met voldoende waarborgen omkleed.

Feiten

Het hof Arnhem heeft eiser strafrechtelijk veroordeeld tot betaling van een geldboete. Het openbaar ministerie vaardigt ter tenuitvoerlegging een dwangbevel uit en legt vervolgens executoriaal derdenbeslag op de bankrekening van eiser.

Rechtsvraag

Kan de burgerlijke rechter de staat verbieden executoriaal derdenbeslag te leggen of is daarvoor uitsluitend de verzetprocedure van art. 575 lid 3 Sv bestemd?

Hof

Het hof oordeelt dat eiser niet ontvankelijk in zijn vordering is voor zover deze betrekking heeft op het verbod om in de toekomst opnieuw beslag op zijn bankrekening te leggen.

Cassatiemiddel

In cassatie klaagt eiser dat het hof heeft miskend dat hij volgens art. 575 lid 3 Sv pas in verzet zou kunnen gaan nadat er beslag wordt gelegd en dat een op de toekomst gericht verbod tot beslaglegging niet kan. Daarom zou hij op de burgerlijke rechter aangewezen zijn.

Hoge Raad

De Hoge Raad overweegt dat het verzet tegen de tenuitvoerlegging van het dwangbevel ingevolge art. 575 lid 3 Sv of tegen het verhaal ingevolge art. 576 lid 6 Sv vanaf de aanvang van de tenuitvoerlegging, respectievelijk het verhaal kan worden gedaan. De geëxecuteerde behoeft derhalve geen beslaglegging af te wachten, maar kan verzet doen zodra hij door de betekening van het dwangbevel of de kennisgeving van het verhaal kennis heeft gekregen van het voornemen tot tenuitvoerlegging van het dwangbevel of het verhaal.

In het geval waarin het verzet gegrond wordt verklaard, en het Openbaar Ministerie nogmaals tot tenuitvoerlegging of verhaal overgaat, kan de geëxecuteerde desgewenst wederom ingevolge art. 575 lid 3 Sv of art. 576 lid 6 Sv daartegen verzet doen.

Het hof heeft dan ook terecht geoordeeld dat het hier bedoelde verzet een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang is, die aan de ontvankelijkheid van een vordering tot het opleggen van een verbod tot het leggen van beslag bij de burgerlijke rechter in de weg staat.