Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Een deurwaarder die beslag heeft gelegd, is verplicht de schuldenaar op te geven hoeveel zijn beslagvrije voet bedraagt, berekend volgens art. 475d lid 1 Rv (art. 475g lid 1 Rv, tweede zin).

Te laag vastgestelde beslagvrije voet

De deurwaarder bepaalt de beslagvrije voet vaak op een te laag bedrag. Dit is in het nadeel van de schuldenaar. Hij draagt dan immers teveel af. Dit is onrechtmatig en de beslaglegger is aansprakelijk voor alle schade. Dit laatste is anders als de schuldenaar geen of onvoldoende inlichtingen over zijn financiële zaken geeft.

  • Ktr. Leiden 27-02-2002, Prg. 5857
    Een te laag opgegeven beslagvrije voet kan met terugwerkende kracht gecorrigeerd worden als de geëxecuteerde de deurwaarder alsnog de juiste gegevens voor toepassing van een hogere beslagvrije voet aanlevert.

Art. 475d Rv kent verschillende hoogten van de beslagvrije voet. De basisnormen zijn gerelateerd aan de bijstandsnormen volgens de Participatiewet.

De inhoud van dit artikel is alleen toegankelijk voor abonnees van beslagrecht.nl  Klik hier om u te abonneren en toegang te krijgen tot dit en alle andere afgeschermde artikelen op beslagrecht.nl.

Art. 475d lid 5 Rv bepaalt dat de beslagvrije voet wordt verhoogd met:

  • de premie van een door de schuldenaar gesloten ziektekostenverzekering, telkens wanneer deze premie vervalt terwijl het beslag ligt;
  • de woonkosten van de schuldenaar, verminderd met ontvangen huursubsidie of woonkostentoeslag, met een maximum dat gerelateerd is aan de Huursubsidiewet.
Rechtspraak
Beslagvrij periodiek inkomen partner (art. 475 lid 3 Rv)

Voor zover het echtgenoten of geregistreerde partners betreft, wordt de beslagvrije voet voor ten hoogste de helft verminderd met het eigen, niet onder beslag liggende periodieke inkomen inclusief vakantie-aanspraak van degene aan wie de bijstand samen met de schuldenaar zou kunnen toekomen (art. 475d lid 3 Rv).

Beslagvrij periodiek inkomen schuldenaar (art. 475 lid 6 Rv)

Art. 475d lid 6 Rv bepaalt dat de beslagvrije voet wordt verminderd met de voor beslag vatbare periodieke inkomsten van de schuldenaar waarop geen beslag ligt, alsmede met het normbedrag voor de kosten van levensonderhoud en de toeslag voor een partner of eenoudergezin, begrepen in aan de schuldenaar toegekende studiefinanciering of tegemoetkoming in de studiekosten die niet vatbaar is voor beslag.

Met wijziging van omstandigheden die de beslagvrije voet verhogen, moet de beslaglegger meteen ('onverwijld') rekening houden. Hij is verplicht aan degene die de periodieke betaling moet verrichten, met het tijdstip van ingang, kennis van de verhoging te geven onmiddellijk nadat de reden daarvoor is aangetoond (art. 475d lid 7 Rv).