Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Beklag, beslag, art. 552a Sv.

  1. Ambtshalve onderzoek?
  2. Verwerping verweer.
  3. Maatstaven.

Ad 1.
De opvatting dat de beklagrechter ambtshalve dient te onderzoeken of bij de beslagleggingen 'de formaliteiten' in acht zijn genomen en in de beschikking daarvan moet blijk geven vindt geen steun in het recht.

Ad 2.
Indien in een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv de teruggave van een inbeslaggenomen voorwerp wordt verzocht met een beroep op f&o op grond waarvan de beslaglegging zelve onrechtmatig moet worden geacht, zal de rechter moeten onderzoeken of hij de feitelijke grondslag van dat beklag voldoende aannemelijk acht en of die onregelmatigheid bij de beslaglegging tot gegrondverklaring van het klaagschrift dient te leiden.

De rechter mag in zo'n geval de last tot het aannemelijk maken van die feitelijke grondslag niet uitsluitend op de klager leggen.

De stelling van de verdediging dat 'de beslagleggingen' onrechtmatig zijn omdat de daarvoor geldende 'formaliteiten' niet in acht zijn genomen" is enkel gebaseerd op de omstandigheid dat het dossier waarover de rechtbank de beschikking heeft niet alle beslagstukken bevat, zodat niet kan worden beoordeeld of bij de beslagleggingen de formaliteiten in acht zijn genomen. Blijkens het verhandelde in raadkamer heeft de raadsman van de klagers zich ertegen verzet dat de rechtbank zou kennisnemen van het dossier dat zich ten tijde van de behandeling van het klaagschrift bij de RC bevond in het kader van de behandeling van de strafzaak.

Gelet op deze proceshouding van de klagers en in aanmerking genomen dat de klagers, die - naast de in de beschikking genoemde op het beslag betrekking hebbende stukken - de beschikking hadden over stukken van het dossier in de strafzaak, geen relevante, de specifieke beslagleggingen betreffende f&o hebben aangevoerd, is het kennelijke oordeel van de rechtbank dat zij, bij gebreke van (voldoende) feitelijke grondslag, aan dat verweer kon voorbijgaan, niet onbegrijpelijk.

Ad 3.
De rechtbank heeft de aan te leggen maatstaven van art. 94a Sv en art. 94 Sv niet miskend.

Gerelateerde artikelen