Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Wanneer een hypotheek is tenietgegaan, is de schuldeiser verplicht aan de rechthebbende op het bezwaarde goed op diens verzoek en op diens kosten bij authentieke akte een verklaring af te geven, dat de hypotheek is vervallen. Is de vordering waarvoor de hypotheek tot zekerheid strekte met een beperkt recht bezwaard, dan rust een overeenkomstige verplichting op de beperkt gerechtigde (art. 3:274 lid 1 BW).

Deze verklaringen kunnen in de registers worden ingeschreven. Zij machtigen dan tezamen de bewaarder tot doorhaling (art. 3:274 lid 2 BW).

Worden de vereiste verklaringen niet afgegeven, dan is artikel 29 van overeenkomstige toepassing (art. 3:274 lid 3 BW).

Is de hypotheek door vermenging tenietgegaan, dan wordt de bewaarder tot doorhaling gemachtigd door een daartoe strekkende verklaring, afgelegd bij authentieke akte door hem aan wie het goed toebehoort, tenzij op de vordering een beperkt recht rust (art. 3:274 lid 4 BW).

Een volmacht tot het afleggen van een verklaring moet schriftelijk zijn verleend (art. 3:275 BW).