Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Opheffing executoriaal derdenbeslag onder de bank ter grootte van de beslagvrije voet.

Feiten

Eiser ontvangt een uitkering van een pensioenfonds. Daarnaast ontvangt hij een gedeeltelijke WAO-uitkering die door het UWV aan het pensioenfonds wordt betaald en door het fonds aan eiser op zijn ING-rekening wordt doorbetaald. International Card Services (ICS) legt op grond  van een verstekvonnis executoriaal derdenbeslag onder het pensioenfonds. De beslagvrije voet is echter hoger dan het bedrag dat eiser netto ontvangt, zodat het beslag niets oplevert. ICS legt op grond van hetzelfde vonnis executoriaal derdenbeslag onder de ING. Eiser vordert opheffing van het beslag. Hij vindt dat ICS misbruik van recht maakt door beslag op zijn bankrekening te leggen en over te gaan tot uitwinning van het volledige saldo op die rekening. Hij stelt dat ICS wist of behoorde te weten dat zij met dat beslag alleen de pensioenuitkering zou treffen. Volgens eiser heeft ICS beslag onder de ING gelegd om geen rekening te hoeven houden met de beslagvrije voet.

Voorzieningenrechter

Weliswaar verbindt de wet aan een beslag onder een bank - dat immers geen beslag op vorderingen tot periodieke betalingen is - geen beslagvrije voet, maar dat betekent niet dat de schuldeiser zich geen rekenschap hoeft te geven van de omstandigheid dat met dat beslag juist dat inkomen, onderscheidenlijk het gedeelte dat daarvan wordt geblokkeerd, dat de schuldenaar nodig heeft voor de noodzakelijke kosten van zijn bestaan. Door hiermee geen rekening te houden handelt de schuldeiser onrechtmatig. Bij een andersluidend oordeel zou de bescherming die eiser op grond van de artt. 475b-475g Rv toekomt illusoir worden, hetgeen tot maatschappelijk onaanvaardbare consequenties zou leiden. Het beslag wordt opgeheven behoudens voor zover het banksaldo de voor eiser geldende beslagvrije voet overschrijdt.