Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Executie. Aansprakelijkheid deurwaarder.

De vordering in het incident betreft de vraag of de executie van het vonnis onrechtmatig is geschied.

Bij de beantwoording van die vraag staat voorop dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is verklaard waarna het conservatoir beslag van rechtswege executoriaal beslag is geworden. De beslaglegger was vervolgens gerechtigd zonder meer tot executie over te gaan. Uitgangspunt is dan ook dat de executie rechtmatig is geschied.

De taken en bevoegdheden van de gerechtsdeurwaarder zijn beschreven in de Gerechtsdeurwaarderswet. Deze regelt het ambt van de gerechtsdeurwaarder.

De gerechtsdeurwaarder is als natuurlijk persoon een door de Kroon benoemde functionaris met een onafhankelijke positie. Als openbaar ambtenaar is hij belast met de uitvoering van een zeer groot aantal, bij diverse wettelijke voorschriften aan hem opgedragen of voorbehouden taken die met name liggen op het gebied van het burgerlijke procesrecht.

Op hem is toezicht en tuchtrecht van toepassing. Een gerechtsdeurwaarder wordt benoemd op een standplaats. De belangrijkste van de verschillende ambtsverplichtingen is de ministerieplicht, dat wil zeggen de plicht van de gerechtsdeurwaarders om, indien daarom wordt verzocht, hun ambtelijke diensten te verlenen, zoals het ten uitvoer leggen van vonnissen en het in dat verband leggen van executoriale beslagen en aanverwante werkzaamheden. Deze ministerieplicht vormt een waarborg van de onafhankelijke ambtsvervulling tegen de inmenging van andere overheidsorganen in de ambtsvervulling.

Gezien die centrale functie, dienen zo min mogelijk afwijkingen op de ministerieplicht voorzien te worden. Een afwijking lijkt in elk geval aanvaardbaar in de situatie dat de gerechtsdeurwaarder door ziekte of verlof redelijkerwijze niet gehouden kan worden aan zijn plicht om zijn diensten te verlenen.

Daarnaast kan worden gedacht aan persoonlijke omstandigheden, zoals een verhuizing en familieomstandigheden.

Een uitzondering op de ministerieplicht lijkt verder aanvaardbaar te zijn in geval van misbruik van bevoegdheid. In die genoemde gevallen kan de gerechtsdeurwaarder ontheffing van zijn ministerieplicht verzoeken.

Uit al het hiervoor overwogene volgt dat de gerechtsdeurwaarder als onafhankelijke functionaris de enige is die verantwoordelijk is voor zijn handelen en ook de enige die behoort te worden aangesproken op een onjuiste taakvervulling en (kennelijk) onrechtmatig handelen.

Dat de gerechtsdeurwaarder hierbij gebruikt maakt van medewerkers maakt dat in rechte niet anders (vgl. Rb. Almelo 25-02-2009, ECLI:NL:RBALM:2009:BH4057).

Op de persoonlijke aansprakelijkheid van de deurwaarder wordt verder ook geen uitzondering gemaakt indien hij gebruik maakt van een B.V. voor de uitoefening van zijn werkzaamheden. 

Gerelateerde artikelen