Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Derdenverzet ex art. 435 lid 3 Rv. Geen nietigheid beslag bij overschriijding termijn betekening. Wel toerekenbare overschrijding termijn derdenverzet.

Feiten

Aannemer H bouwt voor projectontwikkelaar P een appartementen- en bedrijvencomplex in Noordwijkerhout. P betaalt H niet. H legt daarom, op basis van een bij notariƫle akte vastgelegd retentierecht, in augustus 2013 executoriaal beslag op het appartementsrecht van V. H betekent op 1 juli 2014 het proces-verbaal van beslag aan V. V doet op 10 juli 2014 mededeling van derdenverzet aan de deurwaarder.

Voorzieningenrechter

V vordert bij de voorzieningenrechter dat H zijn beroep op het retentierecht staakt. De voorzieningenrechter wijst de vordering af.

Hof

In hoger beroep vult V zijn eis aan met de vordering H te veroordelen het executoriaal beslag op het appartementsrecht op te heffen, nu het beslag niet binnen de termijn van acht tdagen volgens art. 435 lid 3 Rv aan hem is betekend.

Het hof volgt V niet en overweegt dat, nu het nalaten van die betekening niet de nietigheid van het beslag meebrengt (Parl. Gesch. Wijziging Rv en andere wetten, Inv. 3, 5 en 6, p. 92), kan dit voor de enkele overschrijding van die termijn evenmin gelden. V hoefde voor het doen van derdenverzet de betekening niet af te wachten (Parl. Gesch. Wijziging Rv en andere wetten, Inv. 3, 5 en 6, p. 93). Daar komt bij dat V zijn bezwaar pas op 10 juli 2014 heeft gemaakt. De termijn van acht dagen na de betekening was toen verstreken. Dat het exploot van betekening niet aan hem in persoon is uitgereikt, is niet relevant.

Het hof wijst de vordering tot opheffing van het executoriaal beslag af.