Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Deurwaarderskortgeding. Het is niet onrechtmatig dat hypotheekhouders kiezen voor loonbeslag in plaats van de uitwinning van onroerende zaken.

Op grond van art. 435 lid 1 Rv is een executant in beginsel bevoegd tegelijkertijd beslag te leggen op alle voor beslag vatbare goederen.

Art. 521 Rv waarop de deurwaarder zich in het bijzonder beroept, vormt daarop een uitzondering. Dit artikel ziet op de executie van in beslaggenomen onroerende zaken en bepaalt dat zaken waarop de executant tevens een hypotheekrecht of een ander beperkt recht heeft, als eerste moeten worden geëxecuteerd. Pas indien dit te weinig oplevert, volgt de executie van andere in beslag genomen zaken. De ratio van deze bepaling is dat de met de executie gemoeide kosten worden beperkt en dat nodeloze kosten worden voorkomen.

In dit geval is echter geen beslag gelegd op onroerende zaken, maar op loon, zodat art. 521 Rv  niet van toepassing is. Bovendien zijn de executiekosten voor loonbeslag zo laag, dat niet wordt gehandeld in strijd met de ratio van art. 521 Rv.

De belangen van (overige) schuldeisers/executanten worden niet ontoelaatbaar geschaad. Het is weliswaar zo dat bijna al het geld dat beslagen is naar de ING en Nationale Nederlanden gaat, maar dit past in het wettelijke systeem van art. 3:277 BW