Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Voor vestiging van een pandrecht is geen registratie van het origineel van een akte vereist.

Hoge Raad

Art. 3:239 BW stelt voor de vestiging van stil pandrecht op een vordering, anders dan bij notariële akte, als eis een onderhandse akte. Hiermee wordt bedoeld een akte zoals bedoeld in art. 183 lid 3 Rv. Vereist is dus een door de pandgever ondertekend geschrift.

Er is geen grond om, waar art. 3:239 BW tevens de eis stelt van registratie, aan te nemen dat stil pandrecht uitsluitend kan ontstaan door registratie van het origineel van de akte. Uit de memorie van antwoord Invoeringswet bij art. 3:237 BW komt naar voren dat de strekking van de eis van registratie in hoofdzaak deze is dat komt vast te staan dat de akte is totstandgekomen vóór de dag van de, op het geregistreerde stuk aangetekende, registratie. Om dit te bewerkstelligen is niet vereist dat de akte zelf wordt geregistreerd. Registratie van een per faxpost verzonden kopie van de akte, hetgeen uit een oogpunt van spoed gewenst kan zijn, is daartoe voldoende.

Hieraan kan niet afdoen dat, zoals in de toelichting op het onderdeel wordt aangevoerd, een faxkopie kan afwijken van het origineel. Wordt betwist dat het geregistreerde stuk een getrouwe kopie is van de tot verpanding bestemde akte, dan zal door vergelijking van het geregistreerde stuk met de tot verpanding bestemde akte kunnen worden vastgesteld of het geregistreerde stuk een kopie van het origineel is. Wijkt het geregistreerde stuk af van het origineel, dan kan het gevolg daarvan zijn dat de verpanding geheel of ten dele ongeldig is.

Gerelateerde artikelen