Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Staat van verdeling (art. 483 Rv)

Wanneer de termijn van veertien dagen op grond van art. 482 lid 2 Rv is verlopen, maakt de rechter-commissaris, naar aanleiding van de overgelegde stukken, een staat van verdeling op (art. 483 Rv). De vorderingen op de staat van verdeling worden als volgt behandeld:

Ontbindende voorwaarde (art. 483a Rv)

Vorderingen onder een ontbindende voorwaarde worden in de rangschikking begrepen voor het hele bedrag, onverminderd de werking van de voorwaarde, wanneer zij vervuld wordt (art. 483a Rv).

Opschortende voorwaarde (art. 483b Rv)

Vorderingen onder een opschortende voorwaarde worden in de rangschikking begrepen, hetzij voor hun waarde ten tijde van het opmaken van de staat van verdeling, hetzij op verlangen van een der schuldeisers of de geëxecuteerde, voorwaardelijk voor het hele bedrag (art. 483b Rv).

Niet opeisbare vorderingen (art. 483c Rv)

Niet opeisbare vorderingen en vorderingen die recht geven op periodieke uitkeringen, worden in de rangschikking begrepen voor hun waarde ten tijde van het opmaken van de staat van verdeling (art. 483c lid 1 Rv).

Bij de berekening wordt uitsluitend gelet op het tijdstip en de wijze van aflossing, het kansgenot, waar dit bestaat, en, indien de vordering rentedragend is, op de bedongen rentevoet (art. 483c lid 2 Rv).

Onbepaalde vorderingen (art. 483d Rv)

Vorderingen, waarvan de waarde onbepaald of onzeker is of niet in Nederlands geld uitgedrukt, worden in de rangschikking begrepen voor hun geschatte waarde in Nederlands geld ten tijde van het opmaken van de staat van verdeling (art. 483d Rv).

Pand of hypotheek (art. 483e Rv)

Als een pand- of hypotheekrecht strekt tot zekerheid van vorderingen die de pand- of hypotheekhouder uit hoofde van een bestaande rechtsverhouding zal verkrijgen, kunnen deze in de rangregeling worden begrepen, hetzij voor het gehele op het tijdstip van het opmaken van de staat reeds verschuldigde bedrag, hetzij, op verlangen van de pand- of hypotheekhouder, voorwaardelijk voor het hele bedrag waarvoor het pand- of hypotheekrecht tot zekerheid strekt (art. 483e Rv).

Betwiste vordering of voorrang (art. 483f Rv)

Vorderingen die betwist worden, kunnen door de rechter-commissaris voorwaardelijk worden opgenomen tot een door hem te bepalen bedrag. Wanneer de voorrang betwist wordt, kan deze door de rechter-commissaris voorwaardelijk worden erkend (art. 483f Rv).

Nederlegging staat van verdeling (art. 484 Rv)

De rechter-commissaris legt de staat van verdeling ter griffie. De griffier zendt vervolgens een brief aan de belanghebbenden waarin hij melding van het deponeren van de staat maakt en waarin hij dag en uur vermeldt, waarop zij zich bij de rechter-commissaris kunnen vervoegen tot het voorstellen hunner tegenspraak (art. 484 lid 1 Rv). Als de geëxecuteerde niet tevens de schuldenaar is, geschiedt de kennisgeving mede aan de schuldenaar (art. 484 lid 2 Rv).