Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Sluiting verdeling na tegenspraak (art. 489 Rv)

Nadat op het geschil bij in kracht van gewijsde gegane uitspraak is beslist of het geschil op grond van art. 486 lid 3 Rv is geëindigd, legt de meest gerede partij de uitspraak of een uittreksel uit het audiëntieblad waaruit van het niet verschijnen blijkt, aan de rechter-commissaris over (art. 489 Rv, eerste zin). De rechter-commissaris sluit vervolgens het proces-verbaal van verdeling en beveelt de uitgifte van bevelschriften tot betaling overeenkomstig art. 485 Rv (art. 489 Rv, tweede zin).

Gevolgen sluiting verdeling (art. 490 Rv)

Na het sluiten van het proces-verbaal van verdeling is tegenspraak niet meer mogelijk, hebben de belanghebbenden onderling geen recht meer op rente over het bedrag dat aan hen is toegedeeld, en kan er geen beslag meer op de opbrengst van de executie worden gelegd (art. 490 Rv).

Reserveringen (art. 490a Rv)

Het bedrag, dat was begroot voor een voorwaardelijk opgenomen vordering of een voorwaardelijk erkende voorrang, wordt, zodra blijkt dat de schuldeiser niets of minder te vorderen heeft dan wel geen of een lagere voorrang heeft, overeenkomstig de opgemaakte staat van verdeling onder de schuldeisers verdeeld (art. 490a Rv).

Rekening en verantwoording (art. 490c Rv)

Een executant die betaling heeft ontvangen, is op verzoek verplicht aan de geëxecuteerde en aan de schuldenaar (dit is vaak dezelfde persoon) binnen één maand na de betaling rekening en verantwoording af te leggen (art. 490c lid 1 Rv).

Een schuldeiser die in de rangregeling is begrepen, kan binnen één maand na de sluiting daarvan een gelijke rekening en verantwoording vragen, indien hij daarbij een rechtstreeks belang heeft (art. 490c lid 2 Rv).

Geen hoger beroep (art. 490d Rv)

Tegen beschikkingen van de rechter-commissaris met betrekking tot de verdeling van de opbrengst is geen hoger beroep mogelijk (art. 490d Rv).