Verval van instantie houdt in dat als een procespartij een proceshandeling niet binnen twaalf maanden verricht, de andere procespartij de procedure kan laten afbreken met veroordeling van de niet handelende partij in de kosten van de procedure.
Verval van instantie wordt geregeld in:
- Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
- Eerste Boek ('De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad')
- Tweede titel (‘De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg’)
- Dertiende afdeling (‘Afbreking van de instantie’)
- § 3. Verval van instantie
- artt. 251, 252 en 253 Rv
Verval van instantie moet worden onderscheiden van afstand van instantie.