Bevriezing is de bevoegdheid van de opsporingsambtenaar om, in afwachting van de komst van de rechter of ambtenaar die bevoegd is ter inbeslagneming de plaats te doorzoeken, maatregelen te nemen die redelijkerwijs nodig zijn om wegmaking, onbruikbaarmaking, onklaarmaking of beschadiging van voor inbeslagneming vatbare voorwerpen te voorkomen (vgl. art. 96 lid 2 en 97 lid 4 Sv).