Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

De Opiumwet, daterend van 1928, maar sindsdien een groot aantal malen gewijzigd, verbiedt om bepaalde verdovende middelen binnen of buiten Nederland te brengen, te telen, te bereiden, te bewerken, te verwerken, te verkopen, af te leveren, te verstrekken of te vervoeren, aanwezig te hebben of te vervaardigen.

De verdovende middelen staan op twee lijsten: lijst I (hard drugs, art. 2 Opw) en lijst II (soft drugs, art. 3 Opw). 

Verboden harddrugs zijn onder andere 2C-B, amfetamine of speed, cocaïne, ecstasy, heroïne, lsd, opium en methylfenidaat, zoals ritalin(e). Verboden softdrugs zijn onder andere marihuana (wiet) en hasj.

Art. 13b Opw - in de volksmond de Damocleswet genoemd - bepaalt dat een pand vergrendeld mag worden als daar een handelshoeveelheid drugs wordt gevonden. Bij harddrugs mag er niet meer dan 0,5 gram in een woning aanwezig zijn.