Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Tegelijkertijd executoriaal beslag onder drie banken.Tuchtrechtelijk verwijt gerechtsdeurwaarder.

Feiten

Klager is bij vonnis veroordeeld tot betaling van een bedrag. De gerechtsdeurwaarders zijn belast met de executie. Zij proberen eerst de vordering bij klager te innen door middel van betalingsregelingen en een beslag onder de belastingdienst. Daarnaast schrijven zij klager tevergeefs verschillende malen aan. Klager verstrekt geen informatie over zijn (financiële) situatie. Klager is verhuisd zonder de deurwaarders zijn nieuwe adres te geven. Nadat de deurwaarders van het UWV vernemen dat klager geen bronnen van inkomsten heeft, althans dat zijn inkomsten beneden de beslagvrije voet blijven, leggen zij beslag onder drie verschillende banken, ABN AMRO, ING en SNS.

Klager verwijt de deurwaarders in strijd te hebben gehandeld met art. 10 van de Verordening beroeps- en gedragsregels gerechtsdeurwaarders door gelijktijdig onder drie banken beslag te leggen, zonder dat zij een gerechtvaardigd vermoeden hadden dat klager bij die banken een rekening had.

Hof

De vraag is of de deurwaarders (gelijktijdig) beslag onder verschillende banken mochten leggen zonder dat zij een gerechtvaardigd vermoeden hadden dat klager bij die banken een rekening aanhield. Ook is de vraag of het gerechtvaardigd is om ter inning van één vordering meerdere (bank)beslagen te leggen (vgl. Hof Amsterdam 09-09-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:3735).

Uitgangspunt is dat een dergelijke handelwijze tuchtrechtelijk niet is toegestaan. Dit oordeel berust op het navolgende. Een gerechtsdeurwaarder zal in beginsel alleen beslag mogen leggen als hij het redelijke vermoeden heeft dat het beslag doel zal treffen. Anders worden immers, in strijd met artikel 10 van de Verordening, onnodige kosten gemaakt. Ook is niet bij iedere willekeurige debiteur het vermoeden gerechtvaardigd dat deze bij enige bank over een voor beslaglegging vatbaar tegoed beschikt. Voorts worden banken, wanneer bankbeslag wordt gelegd zonder een redelijk vermoeden van rekeninghouderschap, ten onrechte met werkzaamheden belast. Bovendien kunnen die banken dan kennis nemen van informatie die hun niet aangaat betreffende de niet nagekomen verbintenis waarvoor de debiteur tot betaling is veroordeeld. Het is niet ondenkbaar dat die informatie wordt verzameld en nadien in het nadeel van de debiteur wordt gebruikt. Ten slotte kan het leggen van meer bankbeslagen ertoe leiden dat een debiteur die rekeningen aanhoudt bij meer dan een bank naast de explootkosten ook nog wordt geconfronteerd met de kosten die elke bank in rekening brengt.

Bijzondere omstandigheden kunnen in een concreet geval met zich brengen dat het leggen van een of meer bankbeslagen zonder dat een gerechtvaardigd vermoeden bestaat dat de debiteur bij die banken een rekening aanhoudt, niettemin toelaatbaar is, als wordt voldaan aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Dit sluit ook aan bij de civiele rechtspraak, waarin voorzieningenrechters onder omstandigheden ook verlof verlenen om conservatoir beslag te leggen onder verschillende banken zonder dat een gerechtvaardigd vermoeden bestaat dat een debiteur daar een rekening aanhoudt (Beslagsyllabus augustus 2014, pagina 29 onder NB 5).

De deurwaarders hebben geen pogingen gedaan beslag te leggen op roerende zaken van klager. Het leggen van een dergelijk beslag had echter de voorkeur boven het (gelijktijdig) leggen van beslag onder verschillende banken. Het was, gezien het feit dat de inkomsten van klager beneden de beslagvrije voet bleven, twijfelachtig of voldoende saldo zou worden aangetroffen om te beslaan. Verder brengt het leggen van beslag onder roerende zaken voor een debiteur minder kosten met zich dan beslaglegging onder verschillende banken. Daarbij komt dat bij het leggen van een beslag op roerende zaken persoonlijk contact plaatsvindt tussen een debiteur en de gerechtsdeurwaarder, waarbij eventuele misverstanden kunnen worden opgehelderd.

Er is dus niet voldaan aan de eis van subsidiariteit. Dit betekent dat de gerechtsdeurwaarders een tuchtrechtelijk verwijt valt te maken van het leggen van meer bankbeslagen ten laste van klager en dat de klacht ten aanzien van de drie gelegde bankbeslagen gegrond is.

Gerelateerde artikelen