Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Beklag over beslag ex art. 94 Sv. Belang van strafvordering.

Vooropgesteld wordt dat het onderzoek in raadkamer naar aanleiding van een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a Sv een summier karakter draagt. Niet gevergd kan worden dat ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak wordt getreden.

In geval van een beklag van de beslagene tegen op de voet van artikel 94 Sv gelegd beslag dient de rechter te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert, en zo nee, de teruggave van het in beslag genomen voorwerp te gelasten aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aan zien van dat voorwerp moet worden beschouwd (vgl. HR 03-01-2012, LJN: BU2053).

Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave indien het veiligstellen van de belangen waarvoor artikel 94 Sv de inbeslagneming toelaat, het voortduren van het beslag nodig maakt. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer het desbetreffende voorwerp kan dienen om de waarheid aan de dag te brengen - ook in een zaak betreffende een ander dan de betrokken klager - of wanneer niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring van het voorwerp zal bevelen.

Gelet op de ingevolge art. 33a Sr geldende vereisten voor verbeurdverklaring en in aanmerking genomen hetgeen in de raadkamer is aangevoerd, is het oordeel van de rechtbank dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de inbeslaggenomen personenauto zal verbeurdverklaren, niet zonder meer begrijpelijk aangezien de auto niet in verband met een verdenking ter zake van valsheid in geschrift of witwassen in beslag is genomen.