Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Geen teruggave voorwerp indien niet hoogst onwaarschijnlijk is dat  verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer wordt bevolen.

Volgens art. 94 lid 1 Sv zijn vatbaar voor inbeslagneming voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan de dag brengen of om wederrechtelijk verkregen voordeel 'aan te tonen', terwijl ingevolge art. 94 lid 2 Sv voorts vatbaar zijn voor inbeslagneming ‘alle voorwerpen welker verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer kan worden bevolen’.

Inbeslagneming van voorwerpen tot bewaring van het recht tot verhaal is geregeld in het in casu niet toepasselijke art. 94a Sv.

De Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen uit HR 25-09-2001, ECLI:NL:HR:2001:AD5966.

Het door art. 94 Sv beschermde belang van strafvordering verzet zich onder meer tegen teruggave indien niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer zal bevelen.

Het oordeel van de rechtbank dat het i.c. toepasselijke art. 94 Sv gediende belang van strafvordering zich tegen teruggave verzet indien niet hoogst waarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, ‘het wederrechtelijk voordeel zal ontnemen’, geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting.

Het oordeel van de rechtbank dat niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, het inbeslaggenomen goed verbeurd zal verklaren, is, mede gelet op hetgeen de raadsman van klager over de mogelijkheid van verbeurdverklaring van de auto heeft aangevoerd, zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet begrijpelijk.