Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Appelverbod ex art. 700 lid 2 Rv geldt ook voor begroting vordering.

Feiten

De voorzieningenrechter van de rechtbank Maastricht geeft verlof tot het leggen van conservatoir (derden) beslag.

Ingevolge art. 700 lid 2 Rv is tegen een zodanig gegeven verlof geen hogere voorziening toegelaten.

Tegen het gegeven verlof als zodanig richt het onderhavige appel zich evenwel niet, maar tegen de voorlopige begroting van de vordering waarvoor het beslagverlof werd verleend.

De vraag is of voor deze nevenbeslissing het appelverbod van art. 700 lid 2 Rv evenzeer geldt. Zo neen, dan zou dat impliceren dat het appelverbod van art. 700 lid 2 Rv beperkt moet worden uitgelegd.

Hof

Naar het oordeel van het hof is voor een dusdanige beperkte uitleg onvoldoende steun in de jurisprudentie en de doctrine te vinden. Daarbij stelt het hof, mede met een beroep op de parlementaire geschiedenis, voorop dat het uit het oogpunt van rechtszekerheid niet wenselijk is dat de geldigheid van nadere maatregelen – het voortborduren op de nadere beslagbeschikking – van een hogere voorziening afhankelijk is. Dit immers leidt tot grote rechtsonzekerheid (vgl. ook de conclusie van A-G Wesseling-van Gent vóór HR 25-09-2009, LJN BI 8517).

Verder dient bedacht dat de voorlopige begroting van de vordering waarvoor beslag kan worden gelegd, nauwelijks een zelfstandige functie heeft. In feite is de begroting niet meer dan een indicatie van het bedrag waarvoor de beslagene zekerheid kan stellen teneinde op de voet van art. 705 Rv opheffing van het beslag te krijgen. Daarenboven ligt in de in art. 700 lid 2 Rv verankerde verplichting van de voorzieningenrechter om in het geval van een geldvordering het bedrag waarvoor het verlof wordt verleend, vast te stellen, besloten dat de voorzieningenrechter bij het verlenen van het verlof niet gebonden kan zijn aan het door de verzoeker tot het verlof gestelde bedrag van die geldvordering. Mede om die reden is eerder in de jurisprudentie (zie bijv. Gerechtshof Arnhem 7 december 1993, LJN AC0101, r.o. 7) beslist dat uit de tekst en de strekking van art. 700 lid 2 Rv volgt dat het gevraagde verlof door (thans) de voorzieningenrechter wordt verleend of geweigerd en dat een tussenweg niet bij de aard van het beslag past.

Derhalve kan er geen sprake zijn van een gedeeltelijke weigering, ook niet wanneer de begroting lager uitvalt (vgl. de annotatie van F.J.H. Hovens onder Hof Amsterdam 10-08-2006, LJN AZ8183, JBPr 2007, 9).

Overigens staat het de beslaglegger in beginsel vrij om, in verband met de hoogte van de door hem op dat moment begrote vordering, een aanvullend onderbouwd, nieuw beslagrekest bij de voorzieningenrechter in te dienen. Ter zitting in hoger beroep is gebleken dat appellant inmiddels zijn vordering anders begroot dan in eerste aanleg voorgesteld.

Het hof verklaart appellant niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Gerelateerde artikelen