Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Voeging in Belgische strafzaak is eis in de hoofdzaak.

Zoals ligt besloten in HR 26-02-1999, NJ 1999, 717 moeten de in art. 700 lid 3 Rv gebruikte woorden 'eis in de hoofdzaak', ruim worden uitgelegd.

Uit de wetsgeschiedenis van deze bepaling, zoals onder meer vermeld in HR 03-10-2003, LJN: AI0347 volgt dat de eis in de hoofdzaak niet noodzakelijk in Nederland hoeft te zijn ingesteld.

Uit genoemd arrest volgt voorts dat het wél moet gaan om een met voldoende waarborgen omgeven procedure, en dat de datum waarop deze eis wordt ingesteld, voldoende vaststaat.

In HR 15-09-2006, LJN AV2654, NJ 2007, 484 ligt besloten dat een voeging als benadeelde partij in een strafproces teneinde de verdachte te doen veroordelen tot vergoeding van de schade die rechtstreeks is geleden door een strafbaar feit, in beginsel leidt tot een met voldoende waarborgen omgeven procedure in de hiervoor bedoelde zin. 

Het hof heeft, in cassatie onbestreden, geoordeeld dat de Belgische 'plainte avec constitution de partie civile' moet worden gelijkgesteld met het zich voegen als benadeelde partij in een Nederlandse strafprocedure.