Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Betekening aan de feitelijke en niet de statutaire plaats van vestiging van een stichting is nietig.

Op grond van het bepaalde in art. 477a Rv wordt de derdebeslagene, als de verklaring als bedoeld in art. 476a Rv niet door hem is gedaan, zelf aansprakelijk met betrekking tot het bedrag waarvoor beslag is gelegd. Naar het oordeel van de rechtbank brengt dit rechtsgevolg met zich mee dat aan het derdenbeslag zeer hoge eisen moeten worden gesteld met betrekking tot formele aspecten daarvan.

Vaststaat dat het exploot waarbij het executoriaal derdenbeslag zou zijn gelegd niet aan de formele eisen van een geldig executoriaal derdenbeslag voldoet, aangezien het exploot met betrekking tot dat beslag niet aan het kantoor, de persoon of de woonplaats van één van de bestuurders van de stichting is betekend. De stichting is daardoor, gelet op het feit dat zijzelf voor het bedrag waarvoor beslag is gelegd aansprakelijk zou worden, onredelijk benadeeld.

Het door de ontvanger onder de stichting gelegde derdenbeslag is derhalve nietig (vgl. art. 66 lid 1 Rv).