Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Mede-eigendom bij beslag ex artikel 94a Sv.

Op een BMW is ex art. 94a Sv conservatoir beslag gelegd. Klager en klaagster (met wie klager samenwoorde) hebben samen een klaagschrift ingediend strekkende tot teruggave van de auto aan hen beiden. Door klagers wordt tot uitgangspunt genomen dat sprake is van mede-eigendom.

  1. De namens klager voorgestelde middelen komen op tegen de ongegrondverklaring van het beklag wegens de inbreuk die op de belangen van klaagster wordt gemaakt. Bij die klachten heeft klager geen belang, zodat hij in zijn cassatieberoep niet-ontvankelijk is.
  2. De aan de middelen van klaagster ten grondslag liggende opvatting dat aan klaagster, gelet op het aan haar toebehorende aandeel in de inbeslaggenomen personenauto, niet kan worden tegengeworpen dat aan de mede-eigenaar (klager) mogelijk een betalingsverplichting zal worden opgelegd, is onjuist.

De rechtbank is – in overeenstemming met hetgeen in het klaagschrift is aangevoerd – ervan uitgegaan dat klaagster niet als enig eigenaar van de personenauto kan worden aangemerkt, en heeft vervolgens, zonder blijk te geven van een onjuiste rechtsopvatting, haar beschikking toereikend gemotiveerd.

Diens oordeel komt immers daarop neer dat niet hoogst onwaarschijnlijk is dat een eventueel aan klager op te leggen betalingsverplichting kan worden verhaald op diens aandeel in de inbeslaggenomen personenauto en dat deze dus in zoverre kan strekken tot zekerheid voor de nakoming van zodanige verplichting (vgl. HR NJ 1999, 77).