Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Art. 479a Rv biedt de mogelijkheid om ook op verkapt inkomen uit arbeid beslag te leggen. Het artikel voorkomt dat een schuldenaar zich aan verhaal onttrekt door te beweren dat hij ten behoeve van een derde werkzaamheden om niet of tegen een geringe vergoeding verricht.

Art. 479a lid 1 Rv

Art. 479a lid 1 Rv bepaalt dat, wanneer een schuldeiser voor een vordering verhaal zoekt op een schuldenaar die gratis of tegen een onevenredig lage vergoeding geregeld werkzaamheden of diensten voor een derde verricht waarvan de aard en omvang zodanig zijn dat die gewoonlijk slechts tegen betaling worden verricht, ten behoeve van die schuldeiser wordt aangenomen dat daarvoor een redelijke vergoeding verschuldigd is.

Art. 479a id 2 Rv

Art. 479a lid 2 Rv bepaalt dat, bij de beoordeling van de vraag of het  in art. 479a lid 1 Rv bedoelde geval zich voordoet, en, zo ja, welke vergoeding als redelijk aangenomen moet worden, alle omstandigheden van het geval in aanmerking worden genomen, in het bijzonder de aard van de verrichte werkzaamheden of diensten, de betrekkingen van verwantschap of van andere aard tussen de schuldenaar en de derde en de financiële draagkracht van deze laatste.

Conservatoir derdenbeslag

Volgens de schakelbepaling van art. 720 Rv geldt het artikel ook bij conservatoir derdenbeslag.

Rechtspraak
  • HR 03-05-1996, NJ 1996, 654 (Kuijpers q.q.)
    Werkt iemand voor niets of voor een onredelijk lage vergoeding, dan kan beslag onder de werkgever worden gelegd op een redelijke vergoeding die de derde in een normaal geval aan de werknemers verschuldigd is.
  • Hof Leeuwarden 11-10-1995, JOR 1996, 60
    Aard en strekking van art. 479a Rv brengen mee dat, voorzover de beslagene voor de datum waarop het beslag is gelegd, werkzaamheden of diensten voor de derdebeslagene heeft verricht, ten behoeve van de beslaglegger moet worden aangenomen dat de derdebeslagene daarvoor ten tijde van de beslaglegging nog een redelijke vergoeding verschuldigd is.