- Indien onder de derde-beslagene ten laste van de geëxecuteerde ook andere beslagen zijn gelegd en niet bij voorbaat vaststaat dat alle beslagleggers uit de door de derde-beslagene verschuldigde geldsommen zullen kunnen worden voldaan, int de deurwaarder die het oudste executoriale beslag heeft gelegd, voor de gezamenlijke beslagleggers hetgeen de derde-beslagene heeft te betalen of af te geven. Wordt de executie door de legger van dit beslag niet voortgezet, dan neemt de deurwaarder die het daaropvolgende executoriale beslag heeft gelegd, de inning over.
- Een derde-beslagene die een betaling of afgifte heeft gedaan aan een deurwaarder die een der andere executoriale beslagen heeft gelegd, is niettemin bevrijd. De deurwaarder die de gelden of goederen heeft ontvangen, draagt deze onverwijld af aan de deurwaarder die ze had behoren te ontvangen.
- Ieder der deurwaarders die beslag hebben gelegd, is verplicht de anderen zodra mogelijk van het door hen gelegde beslag op de hoogte te brengen. De derde is verplicht ieder van hen desgevraagd in te lichten omtrent andere beslagen, de namen en gekozen woonplaatsen van de andere beslagleggers en het beloop van hun vorderingen. Deze verplichtingen gelden ook voor en jegens degene op wiens last beslag is gelegd op de grondslag van het Wetboek van Strafvordering.
- Ieder der beslagleggers kan tussen komen in een procedure als bedoeld in artikel 477a.