Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Begrip

Een huwelijksgoederengemeenschap is een wettelijke gemeenschap in de zin van art. 3:189 lid 1 BW die van rechtswege ontstaat bij voltrekking van het huwelijk (art. 1:94 lid 1 BW).

Eigen regels

De huwelijksgoederengemeenschap kent regels die afwijken van een gemeenschap in het algemeen. Het Burgerljk Wetboek, Boek 3, Titel 7 ('Gemeenschap') is, behoudens enkele bepalingen, niet van toepassing.

Baten (art. 1:94 lid 2 BW)

Art. 1:94 lid 2 BW bepaalt dat de gemeenschap, wat de baten betreft, alle goederen van de echtgenoten omvat die bij aanvang van de gemeenschap aanwezig zijn of daarna worden verkregen, met uitzondering van:

  1. goederen ten aanzien waarvan bij uiterste wilsbeschikking van de erflater of bij de gift is bepaald dat zij buiten de gemeenschap vallen;
  2. pensioenrechten waarop de 'Wet verevening pensioenrechten bij scheiding' van toepassing is alsmede met die pensioenrechten verband houdende rechten op nabestaandenpensioen;
  3. rechten op het vestigen van vruchtgebruik als bedoeld in de artt. 4:29 en 4:30 BW, vruchtgebruik dat op grond van die bepalingen is gevestigd, alsmede hetgeen wordt verkregen ingevolge art. 34 van Boek 4.

Verknochte goederen en schulden (art. 1:94 lid 3 BW)

Goederen en schulden die aan een der echtgenoten op enigerlei bijzondere wijze verknocht zijn, vallen slechts in de gemeenschap voor zover die verknochtheid zich hiertegen niet verzet (art. 1:94 lid 3 BW).

Vruchten (art. 1:94 lid 4 BW)

Vruchten van goederen die niet in de gemeenschap vallen, vallen evenmin in de gemeenschap. Buiten de gemeenschap valt hetgeen wordt geïnd op een vordering die buiten de gemeenschap valt, alsmede een vordering tot vergoeding die in de plaats van een eigen goed van een echtgenoot treedt, waaronder begrepen een vordering ter zake van waardevermindering van zo'n goed (art. 1:94 lid 4 BW).

Lasten (art. 1:94 lid 5 BW)

Art. 1:94 lid 5 BW bepaalt dat de gemeenschap, wat de lasten betreft, alle schulden omvat van ieder van de echtgenoten, met uitzondering van schulden:

  1. betreffende van de gemeenschap uitgezonderde goederen;
  2. uit door een der echtgenoten gedane giften, gemaakte bedingen en aangegane omzettingen als bedoeld in art. 4:126 lid 1 en 4:126 lid 2 BW, onder a en c.
Bewijsvermoeden (art. 1:94 lid 6 BW)

Bestaat tussen echtgenoten een geschil aan wie van hen beiden een goed toebehoort en kan geen van beiden zijn recht op dit goed bewijzen, dan wordt dat goed als gemeenschapsgoed aangemerkt. Het vermoeden werkt niet ten nadele van schuldeisers (art. 1:94 lid 6 BW).

Huwelijkse voorwaarden (art. 1:93 BW)

Van het bovenstaande kan door middel van huwelijkse voorwaarden worden afgeweken (art. 1:93 BW).