Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Executoriaal beslag ontvanger op onroerende zaken. Derdeverkrijger kan tussen opheffing en vernietiging opheffing verkregen rechten aan de beslaglegger tegenwerken. Verwijzing naar Smokehouse/Culimer en DKHB/KIVO.

Vooropgesteld moet worden dat een beslag dat bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis is opgeheven herleeft door vernietiging in hoger beroep van dat vonnis met dien verstande dat wijzigingen in de rechtstoestand van het beslagen goed in de periode tussen de opheffing en de vernietiging moeten worden geëerbiedigd (vgl. HR 23-02-1996, NJ 1996, 434 (DKHB/KIVO).

Een beslag als het onderhavige heeft mede de strekking degene ten laste van wie het is gelegd, de beslagene, in zoverre te beletten het goed te vervreemden of te bezwaren dat een vervreemding of bezwaring, tot stand gekomen na het beslag, niet kan worden ingeroepen tegen de beslaglegger. Opheffing van een beslag bij of ingevolge een bij voorraad uitvoerbaar vonnis, strekt ertoe de beslagene volledig te herstellen in zijn bevoegdheid om het goed te vervreemden of te bezwaren. Een derde kan rechten, die hij van de beslagene heeft verkregen in het tijdvak gelegen tussen de opheffing van het beslag en de vernietiging van het vonnis, dan ook aan de beslaglegger tegenwerpen.

Er is geen grond om hierover anders te oordelen indien de verkrijger ten tijde van zijn verkrijging ervan op de hoogte was dat het tot opheffing van het beslag strekkende vonnis nog niet in kracht van gewijsde was gegaan en dat daartegen hoger beroep was ingesteld. Een beperking als door het middel verdedigd zou ook in strijd zijn met de rechtszekerheid die wordt gediend door het stelsel van openbare registers waarin feiten die voor de rechtstoestand van onroerende zaken van belang zijn, worden in- of overgeschreven. In geval van vernietiging van het tot opheffing van het beslag strekkende vonnis, zou deze verkrijger het beslag dan immers moeten eerbiedigen en diens bevoegdheid om over het goed te beschikken zou met terugwerkende kracht door het herleefde beslag zijn beperkt. Het beslag zou aldus in beginsel ook aan de derde kunnen worden tegengeworpen zonder dat deze door kennisneming van in de openbare registers in- of overgeschreven feiten van het beslag op de hoogte had kunnen zijn.

Weliswaar kan de beslaglegger aldus als gevolg van de opheffing van het beslag een mogelijkheid om verhaal te nemen op een goed van zijn schuldenaar worden ontnomen, maar de rechter heeft de mogelijkheid daarvoor een voorziening te treffen door bij zijn vonnis waarbij hij het beslag opheft aan de uitvoerbaarheid bij voorraad de voorwaarde te verbinden dat tot een door hem te bepalen bedrag zekerheid wordt gesteld (vgl. HR 20-01-1995, NJ 1995, 413 (Smokehouse/Culimer).