Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Uitleg 'hoofdzaak' bij bewijsbeslag.

Een andere reden waarom de beslagen moeten worden opgeheven is dat niet tijdig door Abbott een procedure ten principale is aangevangen. Naar voorlopig oordeel dienen art. 1019 Rv e.v. jo. art. 700 lid 3 Rv aldus te worden uitgelegd dat een inbreukprocedure bedoeld is als 'hoofdzaak' en niet slechts een procedure volgens art. 1019a Rv jo. art. 843a Rv, zoals in conventie in dit kort geding is ingesteld (zie TK 2005-2006, 30392, nr. 6, p. 9).

De voorzieningenrechter laat nog daar dat artikel 1019i Rv voorschrijft dat binnen redelijke termijn een hoofdzaak wordt aangevangen als bedoeld in artikel 50 lid 6 TRIPs.

Hoewel voor een gewoon conservatoir beslag een kortgedingprocedure een eis in de hoofdzaak kan vormen, kan dit niet gelden voor de onderhavige (bewijs)beslagen. Volgens jurisprudentie van het HvJ EG (16 juni 1998, C-53/96, Hermès) immers dient het Nederlandse kort geding zelf reeds te worden beschouwd als een voorlopige maatregel in de zin van 50 TRIPs, waarmee niet zou stroken indien datzelfde kort geding in het kader van de beslaglegging zou worden beschouwd als een procedure ter beslissing ten principale in de zin van datzelfde artikel.

Nu Abbott geen bodemprocedure is gestart binnen de termijn die de verlofrechters hebben bepaald (voor zover dit al als een termijn in de zin van 50 lid 6 TRIPs moet worden gezien) noch binnen de termijn van 31 kalenderdagen dan wel 20 werkdagen als genoemd in 50 lid 6 TRIPs, en nu Teva e.a. hebben verzocht om opheffing van de beslagen, valt ook om die reden het doek voor de gelegde beslagen.