Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Zekerheidstelling volgens art. 477a lid 2 Rv geldt ook voor faillissementscurator met negatieve boedel.

Chubb wordt, als derdebeslagene, in een procedure ex art. 477a Rv geconfronteerd met een executant die curator is in een aantal faillissementen waarvan de boedel negatief is. Naar het oordeel van het hof is een dergelijke situatie er bij uitstek een waarvoor art. 477a lid 2 Rv, laatste zin is geschreven. Noch in dat of enig ander artikel valt een bepaling aan te wijzen waaruit volgt dat (het desbetreffende gedeelte van) art. 477a Rv niet voor toepassing in aanmerking komt als een curator (met een negatieve boedel) als executant een op art. 477a lid 2 Rv gebaseerde procedure tegen de derdebeslagene start.

Voor zover de curator heeft aangevoerd dat toewijzing van de vordering van Chubb tot gevolg heeft dat inbreuk wordt gemaakt op de paritas creditorum, kan het hof hem niet in dit betoog volgen. In dit geval brengt de zekerheidstelling door de curator immers mee dat Chubb geen voorrang in de zin van art. 3:277 BW maar een feitelijke separatistpositie verkrijgt, en is van (participatie van Chubb in) een rangregeling als bedoeld in die bepaling - waarop het begrip paritas creditorum in dit verband betrekking heeft - geen sprake.

De curator heeft voorts betoogd dat het recht van de curator (met een negatieve boedel) om een procedure ex art. 477a Rv te voeren illusoir wordt indien hij wordt gedwongen tot het stellen van de hier bedoelde zekerheid, en dat (mede) daarom in het onderhavige geval een zekerheidstelling achterwege zou moeten blijven.

Ook dit betoog moet worden verworpen. Een curator met een (nagenoeg) negatieve boedel, die wordt geconfronteerd met een verplichting tot zekerheidstelling ex art. 477a lid 2 Rv of bijvoorbeeld ex art. 37 lid 2 Fw, kan trachten de crediteur(en) die daarbij (het meest) belang heeft/hebben van het nut en/of de noodzaak van een boedelbijdrage voor het voeren van de desbetreffende procedure te overtuigen, zodat niet zonder meer kan worden gezegd dat het recht van de curator in een geval als dit illusoir is.

Een garantie van de Dienst Justis voldoet niet omdat deze op meerdere punten afhankelijk is van het handelen van de curator en deze dus aan Chubb minder zekerheid verschaft dan een (abstracte) garantie volgens het meest recente model van de NVB.

Gerelateerde artikelen