Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Tenuitvoerlegging executoriale titel; geen te respecteren belang?

Slechts wanneer een partij geen in redelijkheid te respecteren belang bij executie heeft, kan tenuitvoerlegging van de beschikking verboden worden. Hiervan kan sprake zijn indien de te executeren beschikking op een juridische of feitelijke misslag berust of indien na het geven van de beschikking voorgevallen of aan het licht gekomen feiten een noodtoestand doen ontstaan voor de man, waardoor een onverwijlde tenuitvoerlegging niet aanvaardbaar is.

Bij de beslissing op een vordering tot opheffing van een beslag kan tevens rekening worden gehouden met de over en weer in het geding zijnde belangen, te weten het belang van de beslaglegger tot veiligstelling van aanspraken en het belang van de andere partij om niet bovenmatig te worden getroffen door een desbetreffend beslag. De juridische context waarin het onderhavige feitencomplex moet worden geplaatst, brengt daarbij mee dat in de hiervoor genoemde toetsing het bepaalde in art. 479p Rv betrokken wordt.

Het executoriaal beslag is gelegd volgens art. 479l Rv e.v. Aan de man is bij deurwaardersexploot mededeling gedaan van de rechten die de vrouw wil uitoefenen, zoals is bepaald in art. 479n Rv. In het exploot is, zoals vereist, mededeling gedaan van de mogelijkheid voor de man om een verbod tot afkoop van de levensverzekering te vorderen. Volgens art. 479p Rv stond deze mogelijkheid open tot twee weken na de dag waarop het deurwaardersexploot aan hem is betekend.

Nu de man de dagvaarding voor het kort geding niet binnen die termijn aan de vrouw heeft doen betekenen - in aanmerking nemende dat artikel 125 Rv bepaalt dat een procedure aanhangig is vanaf de dag der dagvaarding - leidt dit tot de conclusie dat de wettelijke termijn ruimschoots is verstreken.