Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Conservatoir beslag op eigendommen van vreemde staten. Omvang immuniteit van executie.

Feiten

Morning Star International Corporation (MSI) in de Verenigde Staten dient bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam een verzoek in tot het leggen van conservatoir derdenbeslag ten laste van de staat Gabon. MSI voert aan dat zij met Gabon een overeenkomst heeft gesloten, waarvan de uitvoering door Gabon is gefrustreerd. MSI stelt als gevolg hiervan schade te hebben geleden.

De voorzieningenrechter verleent verlof en de deurwaarder legt verschillende derdenbeslagen ten laste van Gabon.

Voorzieningenrechter

De deurwaarder maakt op grond van art. 438 lid 4 Rv een kort geding aanhangig tussen MSI en Gabon. De staat wordt als belanghebbende opgeroepen. De deurwaarder voert aan dat art. 3a lid 7 Gerechtsdeurwaarderswet de voorzieningenrechter de mogelijkheid biedt de gevolgen van de aanzegging van de minister op te heffen, nu de deurwaarder op het bezwaar stuit dat door MSI een beroep wordt gedaan op het vervullen van zijn ministerieplicht, terwijl de aanzegging van de minister hem dit belet.

De voorzieningenrechter stelt prejudiciële vragen aan de Hoge Raad.

Hoge Raad

Het is in overeenstemming met de - op het respecteren van de soevereiniteit van vreemde staten gerichte - strekking van de immuniteit van executie om tot uitgangspunt te nemen dat eigendommen van vreemde staten niet vatbaar zijn voor beslag en executie tenzij en voor zover is vastgesteld dat deze een bestemming hebben die daarmee niet onverenigbaar is.

De stelplicht en bewijslast met betrekking tot de vatbaarheid voor beslag en executie rusten op de schuldeiser die beslag legt of wil leggen op goederen van de vreemde staat en, ook indien de vreemde staat in rechte verstek laat gaan, moet steeds vastgesteld worden dat de desbetreffende goederen vatbaar zijn voor beslag. De schuldeiser zal dus steeds gegevens moeten aandragen aan de hand waarvan kan worden vastgesteld dat de goederen door de vreemde staat worden gebruikt of zijn bestemd voor, kort gezegd, andere dan publieke doeleinden.

Ook als het gaat om gelden en tegoeden die door de vreemde staat voor verschillende doeleinden worden gebruikt, zowel publiek als (uitsluitend) commercieel of anderszins, zal de schuldeiser die beslag legt of wil leggen, moeten stellen en aannemelijk maken dat en in hoeverre die gelden en tegoeden vatbaar zijn voor beslag en executie.

Volgens vaste rechtspraak van het EHRM levert het toekennen van immuniteit van jurisdictie en van executie overeenkomstig internationaal publiekrecht, geen schending op van art. 6 EVRM.