Aanplakking (artt. 464 en 465 Rv)
Plaats
Art. 464 lid 1 Rv bepaalt dat biljetten worden aangeslagen, waarop de plaats, de dag en het uur van de executoriale verkoop van de roerende zakenen de aard van die zaken staan vermeld, en we in de gemeente waarin de verkoop plaatsvindt. De biljetten worden in elk geval aangeslagen op de plaats waar de zaken zich bevinden en op de plaats waar de verkoop plaatsvindt (art. 464 lid 2 Rv).
Termijn
Het aanslaan van de biljetten mag niet eerder dan de dag waarop de betekening volgens art. 449 Rv plaatsvindt en niet later dan tenminste vier dagen voor de verkoop, tenzij die termijn door de voorzieningenrechter van de rechtbank wordt verkort (art. 465 lid 1 Rv). Een deurwaarder kan een verzoekschrift daartoe indienen (art. 438a Rv).
Rechtsmiddelenverbod
Er geldt een rechtsmiddelenverbod: tegen een beschikking krachtens art. 465 Rv lid 1 is geen hogere voorziening toegelaten (art. 465 lid 2 Rv).
Advertentie (art. 466 Rv)
De verkoop zal ook worden gepubliceerd in een plaatselijk of regionaal dagblad (vgl. art. 466 lid 1 Rv). Deze bekendmaking is niet nodig als de in beslag genomen zaken bijna niets waard zijn (art. 466 lid 2 Rv).
Aantekening proces-verbaal (art. 467 Rv)
De deurwaarder zal aan de voet van het proces-verbaal van beslag een aantekening maken van het aanslaan van de biljetten en de bekendmaking van de verkoop (art. 467 Rv).