Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Art. 33 Fw. Het vervallen van het beslag door het faillissement van de schuldenaar doet niet alle gevolgen van het beslag teniet. Curator beroept zich jegens ABN AMRO terecht op betaling van het door haar, ondanks een gelegd derdenbeslag, betaalde saldo. Verwijzing naar Reuser q.q./Postbank.

Feiten

A legt ten laste van Top Clean conservatoir derdenbeslag onder de ABN AMRO voor onbetaalde rekeningen. Ondanks het beslag voert de ABN AMRO toch betalingsopdrachten uit. Vervolgens gaat Top Clean failliet. Van Dijk is curator.  A cedeert zijn vordering op de bank uit onrechtmatige daad - het uitvoeren van betalingsopdrachten ondanks het derdenbeslag - aan de curator.

Rechtsvraag

Kan de curator van de ABN AMRO afdracht verlangen van het door het, ondanks het derdenbeslag, uitbetaalde saldo?

Rechtbank

De rechtbank oordeelt als volgt.

Ingevolge art. 33 lid 2 Fw vervalt het beslag. Al hetgeen onder het beslag viel komt in het algemene faillissementsbeslag en strekt tot verhaal van de gezamenlijke schuldeisers van de failliet.

Anders dan de tekst van art. 33 Fw lijkt te suggereren betekent dit echter niet dat alle gevolgen van het beslag teniet worden gedaan (zie HR 22-04-2005, LJN AS2688, NJ 2006, 56 (Reuser q.q./Postbank)). Degene die zich op de resterende gevolgen van het beslag kan beroepen is echter niet langer de oorspronkelijke beslaglegger, maar de curator, in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de gezamenlijke schuldeisers van de failliet.

Naar het oordeel van de rechtbank brengt een redelijke wetsuitleg met zich mee dat tot de niet tenietgegane aspecten van het beslag behoort, de bevoegdheid van de beslaglegger om zich de door de Bank in weerwil van het beslag gedane betalingen niet te hoeven laten tegenwerpen. Ook die bevoegdheid moet worden geacht te zijn overgegaan op de curator. Daartoe overweegt de rechtbank nog het volgende.

In de hiervoor aangehaalde uitspraak van de Hoge Raad is uitgemaakt dat een bank geen vorderingen op de failliet mag verrekenen met bedragen die de bank in het kader van een derdenbeslag onder zich heeft gehouden op een gesepareerde rekening.

De positie die de bank in het onderhavige geval inneemt is dat zij het beslagen saldo niet heeft gesepareerd, maar dat saldo telkenmale heeft aangewend voor betalingen in opdracht van Top Clean. In wezen heeft de bank aldus telkens het bedrag dat zij voor de betaling aanwendde verrekend met het saldo van Top Clean dat zij had behoren te separeren, terwijl ingevolge de in het arrest vastgestelde regel, die verrekening nu juist niet was toegestaan. Dat de bank door niet te doen hetgeen zij krachtens de wet gehouden was te doen voor zichzelf een mogelijkheid tot verrekening heeft geschapen, die zij niet had verkregen, indien zij zich overeenkomstig haar wettelijke opdracht had gedragen, kan niet als juist worden aanvaard.

De slotsom moet dan ook luiden dat de bank in beginsel gehouden is hetgeen onder het beslag viel en niet reeds aan de curator is voldaan, aan de curator af te dragen.

Gerelateerde artikelen