Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Toepassing art. 475e Rv niet in strijd met Europees recht voor in andere EU-staat wonende Nederlander.

Feiten

De rechtbank Utrecht veroordeelt een in Portugal wonende Nederlander tot betaling van € 125.000,- aan de curator van zijn voormalige vennootschap. Het hof bekrachtigt het vonnis.

De curator legt voor die vordering executoriaal beslag onder UWV op een uitkering van de man op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen. De deurwaarder stelt de beslagvrije voet op nihil.

De man vordert in kort geding dat de voorzieningenrechter de curator beveelt het beslag op te heffen en UWV beveelt dit te gehengen en te gedogen.. Hij voert aan dat art. 475e Rv in strijd met het EU-recht is, in het bijzonder met verordening 1408/71 betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen.die zich binnen de EU verplaatsen. Art. 475e Rv zou daarom jegens Nederlanders woonachtig in een EU-lidstaat niet gelden.

Voorzieningenrechter

De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van de man af. De man stelt hoger beroep in..

Hof

Het hof bekrachtigt het vonnis. Het overweegt dat de verordening slechts een eenvoudige coördinatie van de nationale wettelijke regelingen inzake sociale zekerheid, waaronder de WAZ, verzekert en niet de harmonisatie ervan beoogt. Het nationale recht is van toepassing als het gaat om de (verdere) wijze waarop deze rechten te gelden moeten worden gemaakt (vgl. HvJEG 19 juni 2003 (Pasquini), C-34/02, LJN: AL1617).

Ook als art. 475e Rv moet worden aangemerkt als een procedureregel voor de regeling van een situatie waarin een werknemer gebruik heeft gemaakt van het door het Verdrag voorziene recht van vrij verkeer (zoals hier aan de orde) en het gemeenschapsrecht daarom vereist dat dit artikel de hiervoor omschreven beginselen van gelijkwaardigheid en doeltreffendheid dient te eerbiedigen, dan nog geldt dat aan deze beginselen is voldaan.

Op de voet van art. 475e Rv komt immers ook de schuldenaar die niet in Nederland woont of vast verblijft in aanmerking voor een beslagvrije voet, waarmee deze regeling in beginsel niet ongunstiger is dan die welke voor de zuiver interne situatie geldt (te weten art. 475c Rv).

De enkele omstandigheid dat deze schuldenaar, anders dan de in Nederland woonachtige schuldenaar, eerst dient aan te tonen dat hij buiten deze vorderingen onvoldoende middelen van bestaan heeft, maakt dit niet anders.

Evenmin maakt art. 475e Rv de uitoefening van de door het gemeenschapsrecht verleende rechten in de praktijk onmogelijk of uiterst moeilijk: het staat de schuldenaar immers vrij (zoals hij inmiddels ook heeft gedaan) hiertoe een verzoekschrift bij de kantonrechter in te dienen en een en ander aan te tonen.