Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Gebruik wielklem bij bewaring ex art. 446 Rv is mogelijk, maar dan wel na noodzakelijkheidstoets.

Een wielklem kan onder omstandigheden worden beschouwd als een praktische manier om de uitvoering van de inbewaringgeving te verzekeren.

Zonder de noodzakelijkheidstoets heeft de wielklem echter, zoals de kamer terecht heeft overwogen, het karakter van een buitenwettelijk, en dus onwettig, pressiemiddel.

Het hof deelt het standpunt van de kamer dat de gerechtsdeurwaarder bij de beslaglegging niet uitsluitend mag afgaan op een mededeling van een collega-deurwaarder of een opdrachtgevende overheid dat er een executoriale titel bestaat die aan de debiteur is betekend. De gerechtsdeurwaarder zal zelf kennis moeten nemen van de titel en de betekening daarvan en zal daartoe minst genomen moeten beschikken over een (al dan niet elektronische kopie van de) grosse voordat het beslag feitelijk wordt gelegd. Wat ook zij van de vraag of het juist is om op grond van een kopie van een grosse te executeren, tuchtrechtelijk laakbaar is dat in ieder geval niet.

Evenals de kamer ziet het hof geen aanleiding tot het opleggen van een maatregel, omdat over de hier aan de orde zijnde materie nog niet eerder een richtinggevende uitspraak is gedaan en de onderhavige procedure is bedoeld als proefprocedure. Het hof bekrachtigt de bestreden beslissing.