Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Cessie van een toekomstige vordering is mogelijk als de vordering zijn onmiddellijke grondslag heeft in een bestaande rechtsverhouding.

Feiten

Solleveld leent ƒ 150.000 van zijn moeder. Hij wil dit bedrag doorlenen aan Solleveld Romijn & Co. B.V. waarvan hij enig directeur is. Voordat Solleveld dit doet, cedeert hij zijn toekomstige vordering op de vennootschap aan zijn moeder tot zekerheid van haar vordering op hem. Na verloop van tijd betaalt de vennootschap ƒ 150.000 aan de moeder van Solleveld. De vennootschap gaat enige maanden later failliet. De curatoren stellen dat de cessie zonder rechtsgevolg is gebleven omdat bij de ondertekening van de akte van cessie de vordering op de vennootschap nog niet bestond. De vennootschap zou dan ook onverschuldigd aan de moeder van Solleveld hebben betaald. De curatoren vorderen het bedrag terug.

Hoge Raad

Cessie van een toekomstige vordering is mogelijk, mits de vordering reeds ten tijde van de cessie, ook naar haar inhoud, in voldoende mate in de akte van cessie wordt bepaald. Hieraan is voldaan als de vordering haar onmiddellijke grondslag heeft in een ten tijde van de cessie reeds bestaande rechtsverhouding.

De vordering van de curatoren wordt afgewezen.