Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Pandgever int stil verpande vordering voordat diens faillissement wordt uitgesproken. Pandhouder behoudt zijn voorrang niet. Verwijzing naar Mulder q.q./CLBN.

Feiten

De oprichters van Veil Interaktieve Televisie B.V. hebben X gevolmachtigd om te beschikken over het saldo op de bankrekening bij de Rabobank. Het bestuur van Veil bericht de Rabobank op een gegeven moment dat alleen de drie bestuurders gezamenlijk overboekingen kunnen doen.

Veil verpandt een restitutievordering op de belastingdienst aan de ABN AMRO-bank. De ontvanger ontvangt hiervan geen mededeling en maakt het bedrag over op de rekening bij de Rabobank. X verzoekt de bank daarvan een aantal spoedoverboekingen aan crediteuren met een opeisbare vordering te doen. Dit doet de bank. Enkele dagen later gaat Veil failliet. Mr. Knol is curator.

De curator stelt dat de bank niet bevoegd was de bedragen over te boeken en dat deze aan hem moeten worden terugbetaald, nu de regel van de paritas creditorum is geschonden. Daartegenover stelt de bank dat, ook wanneer de pandgever bevoegd is om buiten faillissement een stil verpande vordering te innen, de ex-pandhouder, de ABN AMRO zijn voorrang op het geïnde behoudt als dit kort voor faillissement plaatsvindt. De boedel is da ook niet benadeeld.

Hoge Raad

Er is geen grond de in HR 17-02-1995, NJ 1996, 471 (Mulder q.q./CLBN) gegeven regel, dat wanneer de faillissementscurator een stil verpande vordering heeft geïnd, waardoor de verpande vordering en daarmee het pandrecht is tenietgegaan, de pandhouder zijn voorrang op het geïnde behoudt, ook toe te passen buiten faillissement in een geval als het onderhavige, dat wil zeggen een geval van inning van een stil verpande vordering door de pandgever.

Gerelateerde artikelen