Uitgangspunt is dat een conservatoir en executoriaal beslag binnen een bepaalde termijn aan de beslagene moeten worden betekend, zodat hij van het beslag op de hoogte is.
- Bij executoriaal beslag bestaat geen algemene regel; dit is per beslag geregeld.
- Bij conservatoir beslag moet het beslagexploot aan de beslagene worden betekend, met het beslagrekest en het verlof van de voorzieningenrechter (art. 702 lid 2 Rv).
Als er beslag wordt gelegd op goederen van een derde voor een schuld van een ander, dienen de schuldenaar en de derde van het beslag op de hoogte te worden gebracht.
- De beslaglegger is verplicht een beslag dat dient om verhaal te halen op goederen van een ander dan de schuldenaar en dat ten laste van die ander wordt gelegd, binnen acht dagen aan de schuldenaar te betekenen (art. 435 lid 2 Rv). Art. 708 lid 1 Rv kent voor het conservatoir beslag een gelijksoortige bepaling.
- Wordt een beslag van de in art. 435 lid 2 Rv bedoelde strekking ten laste van de schuldenaar gelegd, dan moet de beslaglegger het beslag binnen acht dagen aan de ander overbetekenen of, als hij diens recht niet kent, onverwijld nadat hij van dat recht kennis heeft gekregen (art. 435 lid 3 Rv, eerste volzin). Art. 708 lid 2 Rv, eerste volzin kent voor het conservatoir beslag een gelijksoortige bepaling.