Wachttermijn voor verkoop (art. 571 lid 1 Rv)
De verkoop van een schip vindt niet eerder plaats dan na verloop van veertien dagen na aankondiging door middel van aanplakking volgens plaatselijk gebruik. De aanplakking moet op een in het oog vallende plaats van het schip geschieden en door aankondiging in een dagblad dat wordt verspreid op de plek waar het schip zich bevindt (art. 571 lid 1 Rv).
Buitenlands zeeschip (art. 571 lid 2 Rv)
Wordt er een buitenlands zeeschip verkocht, dan wordt een kennisgeving bovendien, zo mogelijk, geplaatst in één of meer door de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker rechtsgebied de verkoop zal plaatsvinden, aan te wijzen nieuwsbladen van het land waartoe het schip behoort (art. 571 lid 2 Rv)
Teboekgesteld binnenschip (art. 571 lid 2 Rv)
Wordt er een binnenschip verkocht dat teboekstaat in een Verdragsregister als bedoeld in artikel 8:781 onder d BW, dan wel in enig soortgelijk buitenlands register, dan wordt een kennisgeving bovendien, zo mogelijk, geplaatst in één of meer door de voorzieningenrechter van de rechtbank aan te wijzen nieuwsbladen van het land, waar het register wordt gehouden (art. 571 lid 2 Rv).
Buitenlands zeeschip en teboekgesteld binnenschip (art. 571 lid 3 Rv)
Geldt het de verkoop van een buitenlands zeeschip of van een binnenschip dat teboekstaat in een register als genoemd in artikel 781 onder d van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, dan wel van een in enig soortgelijk buitenlands register teboekstaand binnenschip, dan wordt in plaats van een termijn van veertien dagen in acht genomen de door de voorzieningenrechter van de rechtbank te bepalen termijn (art. 571 lid 3 Rv).
Niet teboekgesteld schip (art. 571 lid 4 Rv)
Art. 571 lid 3 Rv geldt ook als het de verkoop betreft van een binnenschip, dat niet in een der in artikel 8:781 BW genoemde registers, noch in enig ander soortgelijk buitenlands register teboekstaat en dat een vrachtschip is van 20 of meer tonnen laadvermogen dan wel een ander binnenschip is met 10 of meer kubieke meters verplaatsing, zijnde de in kubieke meters uitgedrukte waterverplaatsing tussen het vlak van inzinking van het lege binnenschip in zoet water en het vlak van de grootste toegelaten diepgang (art. 571 lid 4 Rv).
Voorzieningenrechter en rechtsmiddelenverbod (art. 571 lid 5 Rv)
De in art. 571 lid 2 t/m 4 Rv bedoelde beslissingen van de voorzieningenrechter worden gegeven op verzoek van de executant of de notaris, ten overstaan van wie de verkoop zal geschieden (art. 571 lid 5 Rv).
Er geldt een rechtsmiddelenverbod: tegen toewijzing van het verzoek is geen hogere voorziening toegelaten (art. 571 lid 5 Rv).
Aanplakking en advertentie (art. 572 Rv)
Art. 572 Rv bepaalt dat de in art. 571 Rv bedoelde aanplakkingen en aankondigingen de volgende gegevens moeten bevatten:
- Naar gelang de verkoop zal plaatsvinden met toepassing van art. 570 Rv, art. 575 Rv of art. 576 Rv de naam van de notaris ten overstaan van wie de verkoop zal geschieden, de rechtbank voor welke de verkoop zal plaatsvinden of de naam van de deurwaarder die met de verkoop is belast.
- De voornaam, naam en woonplaats van de executant, alsmede de door deze met inachtneming van art. 565 lid 2 Rv gekozen woonplaats.
- De titel uit hoofde waarvan de verkoop plaatsvindt, en het bedrag dat krachtens deze titel aan de executant verschuldigd is.
- De naam en de woonplaats van de eigenaar of de boekhouder van het in beslag genomen schip, indien een en ander bekend is, alsmede van hem jegens wie de onder c bedoelde titel luidt, indien deze een ander is dan de eigenaar.
- De naam van het schip.
- De scheepsruimte.
- De plaats waar het schip zich bevindt.
- De plaats, de dag en het uur, waarop de verkoop zal plaatshebben.
Niet teboekgesteld schip (art. 573 Rv)
Vindt verkoop ten overstaan van een notaris plaats van een schip dat niet teboekstaat in het in art. 8:193 BW of art. 8:783 BW genoemde register, dan vinden de in art. 515 lid 2 Rv en art. 517 lid 1 Rv bedoelde mededelingen plaats aan de rechthebbenden en beslagleggers die aan de notaris bekend zijn (art. 573 Rv).
Als er meer schuldeisers op hetzelfde schip beslag hebben gelegd (cumulatief beslag), zal de executie plaatsvinden op vervolging van degene die het oudste executoriale beslag heeft gelegd (art. 569 lid 1 Rv).
Overneming executie (art. 569 lid 2 Rv)
De voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker rechtsgebied de verkoop zal plaats vinden, kan op verzoek van een schuldeiser die later beslag heeft gelegd, bepalen dat deze de executie zal overnemen, indien de executant de executie niet met redelijke spoed voortzet (art. 569 lid 2 Rv).
Rechtsmiddelenverbod (art. 569 lid 3 Rv)
Er geldt een rechtsmiddelenverbod: tegen een beschikking volgens art. 569 lid 2 Rv is geen hogere voorziening toegelaten (art. 569 lid 3 Rv).
Aanzegging overneming (art. 569 lid 4 Rv)
Bij toepassing van art. 569 lid 2 Rv wordt de overneming bij exploot aangezegd aan de in art. 565 lid 3 en 4 Rv aangewezen personen (art. 569 lid 4 Rv).