Gronden
Het leggen van beslag heeft altijd een grond. Die ligt in de regel buiten het beslagrecht. Voorbeelden zijn:
- bij een executoriaal beslag: een executoriale titel;
- bij een strafvorderlijk klassiek beslag: een verdenking van een strafbaar feit;
- bij een conservatoir beslag: een vordering, veelal een geldvordering.
Einde beslag bij tenietgaan vordering
Het beslag heeft geen zelfstandig karakter. Gaat de vorderig teniet waarvan het beslag afhankelijk is, dan gaat daarmee ook het beslag teniet. Het vervalt van rechtswege door het tenietgaan van de vordering. Zo is een verhaalsbeslag afhankelijk van de vordering tot verhaal waarvan het beslag dient. Het tenietgaan van de vordering betekent het einde van het beslag.
- Dit laatste neemt niet weg dat er in de regel nog een handeling nodig is om het beslag feitelijk op te heffen. Bij een derdenbeslag zal de beslaglegger de derdebeslage moeten laten weten dat het beslag is vervallen. Bij een registergoed zal de beslaglegger het beslag in de openbare registers moeten doorhalen (vgl. art. 513a Rv)