Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Verlof tot het leggen van beslag op een vordering tot een in art. 475c Rv vermelde periodieke betaling kan slechts worden verleend, nadat de schuldenaar is gehoord of hij de gelegenheid te worden gehoord, ongebruikt heeft laten voorbijgaan (art. 720 Rv).

De beslagsyllabus zegt hierover:

Ingeval van beslag op een vordering tot de in art. 475c Rv genoemde periodieke betaling (zie art. 720 Rv) dient de gerekwestreerde te worden gehoord, althans de gelegenheid daartoe te krijgen. De griffie stuurt in dat geval op instigatie van de beoordelaar van het beslagrekest een oproep voor een zitting. Als de gerekwestreerde niet verschijnt of, bij wel verschijnen diens verweer ongegrond wordt geoordeeld, wordt het verlof verleend.

Periodieke betalingen zijn: loon, uitkering sociale zekerheidswetten (m.u.v. kinderbijslag), pensioen, uitkering levensverzekering e.d., alimentaties, bepaalde bedragen betreffende arbeidsbemiddeling, scholing enz.

Indien niet alleen verlof voor loonbeslag wordt gevraagd, kan - indien het desbetreffende verzoek overigens gegrond is - het verlof voor het overige worden verleend en bij de verlofverlening het volgende worden bepaald:

'…, behoudens ten aanzien van het verzochte verlof tot beslag op de door de gerekwestreerde te ontvangen periodieke betalingen, waaromtrent de voorzieningenrechter, alvorens verder te beslissen, de gerekestreerde ingevolge artikel 720 Rv in de gelegenheid zal stellen te worden gehoord.'

De verzoeker moet wel uitdrukkelijk om een dergelijke gesplitste behandeling van het beslagrekest vragen.

Om te voorkomen dat een dergelijk beslagrekest door de griffie van de rechtbank toch meteen met een oproep voor een zitting aan de gerekwestreerde wordt gestuurd, verdient het aanbeveling om een verlofverzoek voor loonbeslag en niet-loonbeslag door middel van twee afzonderlijke beslagrekesten te doen.