Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Een verdeling van de opbrengst van de geëxecuteerde zaken is niet nodig als er maar één beslaglegger is en als er geen beperkt gerechtigde bekend is van wie het recht door de executie is vervallen. De afwikkeling van de verkoop gebeurt dan bij roerende zaken volgens art. 480 Rv en voor een onroerende zaak volgens art. 551 Rv.

De deurwaarder of, bij een onroerende zaak, de notaris keert de netto-opbrengst  - dat wil zeggen: de opbrengst onder aftrek van de executiekosten - aan de beslaglegger uit, vanzelfsprekend tot aan het bedrag van zijn vordering op de geëxecuteerde (art. 480 lid 1 Rv, eerste zin, resp. art. 551 lid 1 Rv).

De deurwaarder of notaris draagt een eventueel overschot aan de geëxecuteerde af (art. 480 lid 1 Rv, tweede volzin, resp. art. 551 lid 1 Rv).