Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Verdeling

Art. 3:182 BW, eerste zin bepaalt dat als een verdeling iedere rechtshandeling wordt aangemerkt waartoe alle deelgenoten, hetzij in persoon, hetzij vertegenwoordigd, meewerken en krachtens welke een of meer van hen een of meer goederen der gemeenschap met uitsluiting van de overige deelgenoten verkrijgen.

Verdeling volgens aandelen

De onderlinge verhouding tussen aandelen (dit is de goederenrechtelijke verhouding) is bepalend voor de verdeling van de gemeenschap. Toepassing van het verbintenissenrecht, vooral de redelijkeid en billijkheid, kan, bij uitzondering, tot een andere verdeling leiden. Zo kan een deelgenoot een vergoedingsrecht toekomen voor het bedrag dat hij in een goed heeft geïnvesteerd.

Vordering door deelgenoot of beperkt gerechtigde (art. 3:178 lid 1 BW)

De hoofdregel is dat een deelgenoot en degene die een beperkt recht op het aandeel van een deelgenoot heeft steeds verdeling van de gemeenschap (eenvoudige gemeenschap of bijzondere gemeenschap) kunnen vorderen (art. 3:178 lid 1 BW).

Vordering door anderen

Ook anderen kunnen verdeling van de gemeenschap vorderen:

Bij een eenvoudige gemeenschap:

  • de privéschuldeiser met een opeisbare vordering op een deelgenoot die de verdeling van de gemeenschap vordert (art. 3:180 jo. 3:175 lid 3 BW);

Bij een bijzondere gemeenschap:

Deelgenotenbeslag (art. 733 Rv)

Ieder die  verdeling van een gemeenschap kan vorderen kan, voorafgaand of tijdens de verdeling, deelgenotenbeslag leggen (art. 733 Rv).