Wanneer een schuldenaar die de bevoegdheid tot verrekening heeft, aan zijn schuldeiser verklaart dat hij zijn schuld met een vordering verrekent, gaan beide verbintenissen tot hun gemeenschappelijk beloop teniet (art. 6:127 lid 1 BW)
Een schuldenaar heeft de bevoegdheid tot verrekening, wanneer hij een prestatie te vorderen heeft die beantwoordt aan zijn schuld jegens dezelfde wederpartij en hij bevoegd is zowel tot betaling van de schuld als tot het afdwingen van de betaling van de vordering (art. 6:127 lid 2 BW).
De bevoegdheid tot verrekening bestaat niet ten aanzien van een vordering en een schuld die in van elkaar gescheiden vermogens vallen (art. 6:127 lid 3 BW).
Ontvanger
De ontvanger heeft een bijzondere bevoegdheid tot verrekening (art. 24 IW).
Verrekening en beslag
Wanneer op een vordering beslag is gelegd of een beperkt recht is gevestigd waarvan mededeling aan de schuldenaar is gedaan, blijft de schuldenaar bevoegd die vordering te verrekenen met een eigen tegenvordering, mits deze tegenvordering uit dezelfde rechtsverhouding voortvloeit of opeisbaar is geworden voordat het beslag werd gelegd (art. 6:130 lid 2 BW).
Verrekening en faillissement
- HR 22-04-2005, ECLI:NL:HR:2005:AS2688 (Reuser q.q./Postbank)
Onder verwijzing naar HR 13-05-1988, NJ 1988, 748 (Banque de Suez/Bijkerk q.q.) oordeelt de Hoge Raad dat het vervallen van het beslag door het faillissement niet tot gevolg heeft dat alle rechtsgevolgen van het beslag vervallen. Zo wordt een door art. 6:130 BW uitgesloten verrekening niet alsnog mogelijk.