Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Er gelden strenge voorwaarden voor het krijgen van verlof tot het leggen van verhaalsbeslag op roerende zaken die samen de bedrijfsvoorraad vormen.

De beslagsyllabus bepaalt dat, als verlof voor beslag op de inventaris van een onderneming wordt gevraagd, in het beslagrekest vermeld moet worden dat de handelsvoorraad niet onder de inventaris wordt begrepen.

  • Doet men dat niet of ingeval wel beslag op de bedrijfsvoorraad wordt beoogd, dan moet men er rekening mee houden dat de voorzieningenrechter eerst beide partijen zal willen horen alvorens op het gevraagde verlof te beslissen.

Gezien de verstrekkende gevolgen voor de beslagdebiteur van een beslag op zijn handelsvoorraad, zal een verzoek tot het daarop mogen leggen van beslag (extra) goed gemotiveerd moeten zijn.

Als het verzoek om verlof tot beslag op de handelsvoorraad moet worden afgewezen, dan kan dat (na – telefonisch – horen van de advocaat van verzoeker) met een van de volgende overwegingen gebeuren:

  • 'Het verzoek tot het verkrijgen van verlof tot het doen leggen van conservatoir beslag op de handelsvoorraad wordt afgewezen, aangezien onvoldoende is aangetoond dat de gestelde vrees voor verduistering van deze handelsvoorraad, die naar zijn aard bestemd is om te worden verkocht aan derden (waarna in het algemeen de voorraad opnieuw wordt aangevuld), gegrond is.'

of:

  • 'Weigert het gevraagde verlof voor zover het verzoek betrekking heeft op de handelsvoorraden van gerekwestreerde, aangezien de aangevoerde gronden voor de gestelde vrees voor verduistering onvoldoende zijn om een vergaande maatregel als de onderhavige te rechtvaardigen.'

Rechtspraak

  • Hof Arnhem 18-04-2008, ECLI:NL:GHARN:2008:BD2713
    I
    n geval van een verzoek om verlof voor beslag op de handelsvoorraad, past bijzondere terughoudendheid in verband met de verstrekkende gevolgen voor de beslagdebiteur. Niettemin kunnen er omstandigheden zijn waaronder een dergelijk verzoek moet worden toegestaan en - in verband met de door de verzoeker aannemelijk gemaakte vrees voor verduistering - ook zonder dat de beslagdebiteur vooraf is gehoord. In een zodanig geval zal de beslagdebiteur weliswaar zo nodig op zeer korte termijn een voorziening tot opheffing van het beslag kunnen verkrijgen, maar in de korte periode gedurende welke het beslag ligt, kan reeds aanzienlijke schade ontstaan. Met het oog op deze mogelijke schade is het aangewezen dat in bedoeld geval aan het verlof tot het leggen van het beslag de voorwaarde van zekerheidstelling wordt verbonden.
  • Hof Den Bosch 11-11-2003, ECLI:NL:GHSHE:2003:AO1606
    Ingevolge art. 3:276 BW kan de schuldeiser zijn vordering op alle goederen van zijn schuldenaar verhalen, tenzij de wet of een overeenkomst anders bepaalt. Danilo Jordan kan zich derhalve in beginsel verhalen op de voorraden die van Scanimex zijn. Anderzijds brengt de aard het verlofstelsel mee dat de voorzieningenrechter beperkingen kan stellen aan het verlof. Van de voorzieningenrechter wordt immers een summier onderzoek verlangd en de vaststelling van het maximumbedrag waarvoor verlof kan wordt verleend (art. 700 lid 2 Rv). Gelet op het ingrijpende karakter dat beslaglegging (in het algemeen) op voorraden voor de bedrijfsvoering kan hebben en de stellingen verwoord in het verzoekschrift - dat er met name op is toegespitst dat van de oorspronkelijke vordering tweederde deel al betaald is en dat het vermoeden bestaat dat de door Danilo Jordan geleverde voorraden nog aanwezig zijn - kon de voorzieningenrechter het verlof beperken tot een beslag te leggen op de voorraden afkomstig van Danilo Jordan. Van enige noodzaak om beslag te leggen op andere voorraden, blijkt niet.