Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

De rechter bepaalt de wijze bepaalt waarop inzage, afschrift of uittreksel wordt verschaft.

  • HR 13-09-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ9958 (Molenbeek/Vergeer)
    De vereiste vertrouwelijkheid van digitale bestanden kan op diverse wijzen worden gewaarborgd, bijvoorbeeld door invoering van een certificeringsstelsel, en het is niet aan de rechter om zulke keuzes in algemene zin te maken. De voorzieningenrechter dient een beslissing te nemen met inachtneming van alle omstandigheden van het geval.

Professionele geheimhouders zijn niet verplicht om mee te werken aan een vordering tot inzage van bescheiden die zij uitsluitend uit hoofde van hun functie onder zich hebben of waarover zij de beschikking hebben  (art. 843a lid 3 Rv).

Rechtspraak
Gewichtige redenen

Degene die de bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft, is niet gehouden aan de vordering tot afgifte te voldoen, als daarvoor gewichtige redenen zijn en ook als redelijkerwijs aangenomen kan worden dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens is gewaarborgd. Dit betreft de eis van subsidiariteit ex art. 843a lid 4 Rv.

Andere middelen

De vraag is dan of degene die inzage in gegevens wil krijgen, ook op andere wijze dan een procedure ex art. 843a Rv aan die gegevens kan komen. Te denken valt aan de volgende middelen:

  • Openbare bronnen, zoals de kamer van koophandel en het kadaster.
  • Een voorlopig getuigenverhoor. De rechtspraak oordeelt hier verschillend over.
  • Een deskundigenbericht. In beginsel vormt dit geen alternatief.
Rechtspraak
Inzage bij intellectueel eigendom

Bij een vordering tot inzage op grond van art. 1019a Rv is art. 843a lid 4 Rv niet van toepassing (art. 1019a lid 3 Rv).