Begrip
Een verpandingsverbod is een verbod om een pandrecht te vestigen op goederen, veelal vorderingen.
Voorbeelden
Voorbeelden van een verpandingsverbod zijn:
- verpanding van een tegemoetkoming volgens de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (vgl. art. 45 lid 1 Awir);
- verpanding van een uitkering volgens de Algemene Ouderdomswet (vgl. art. 26 lid 1 AOW).
Oryx/Van Eesteren
De Hoge Raad heeft zich in HR 17-01-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF0168 (Oryx/Van Eesteren) over een verpandingsverbod uitgelaten:
- Een verpandingsverbod leidt niet tot beschikkingsonbevoegdheid van de gerechtigde tot de vordering, maar tot niet-overdraagbaarheid van de vordering zelf. Het verbod staat aan de geldigheid van de verpanding in de weg. Het feit dat Oryx niet op de hoogte was van het verpandingsverbod, noch het bepaalde in art. 3:36 BW kan tot een ander oordeel leiden. Art. 3:83 lid 2 BW brengt immers mee dat de overdraagbaarheid van een vordering kan worden uitgesloten door een beding als hier tussen Oryx (als schuldeiser) en de schuldenaar is gemaakt. Een overdracht in strijd met zo'n beding levert niet slechts wanprestatie op, maar het beding maakt die overdracht ook ongeldig.
Lagere rechtspraak
In lagere rechtspraak wordt naar HR 17-01-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF0168 (Oryx/Van Eesteren) verwezen:
- Hof Den Haag 08-10-2013 ECLI:NL:GHDHA:2013:4707 (Cessieverbod)
Het hof komt tot hetzelfde oordeel als de rechtbank. Het verwijst naar HR 17-01-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF0168 (Oryx/Van Eesteren). Weliswaar valt, zoals SFN aanvoert, niet uit te sluiten dat een beding dat de overdraagbaarheid van een vordering beperkt aldus bedoeld is dat overtreding daarvan niet tot ongeldigheid van de overdracht, maar slechts tot wanprestatie leidt (en dus niet is aan te merken als een beding als bedoeld in art. 3:83 lid 2 BW), maar zij heeft onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld die een dienovereenkomstige uitleg van het onderhavige beding kunnen onderbouwen. - Hof Arnhem-Leeuw. 08-01-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:BY8884
De vordering van WH op Portaal is onoverdraagbaar is, gelet op het cessieverbod. Het hof trekt een parallel met HR 17-01-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF0168 (Oryx/Van Eesteren). Een overdracht in strijd met een beding als bedoeld in art. 3:83 lid 2 BW heeft ongeldigheid van die overdracht tot gevolg. De vraag of partijen met de onderhavige contractsbepaling een beding als bedoeld in art. 3:83 lid 2 BW (met goederenrechtelijke werking) of slechts een verbod met verbintenisrechtelijke werking hebben beoogd, betreft een kwestie van uitleg.
Cessie- en beslagverbod
Bij een verpandingsverbod geldt veelal ook een cessieverbod en soms ook een beslagverbod.