Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Algemene regels (art. 700 en 701 BW)

Op het verkrijgen van een verlof voor een bewijsbeslag niet-IE zijn de voor elk conservatoir beslag geldende regels van toepassing, Deze staan in de artt. 700 en 701 Rv..[Klik hier voor deze regels].

Specifieke regels

De Hoge Raad heeft in HR 13-09-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ9958 (Molenbeek/Vergeer) een aantal speifieke regels gegeven voor het verkrijge van een verlof voor een bewijsbeslag niet-IE. Deze zijn als volgt:

Het verlof tot het leggen van een conservatoir bewijsbeslag wordt zo nodig gegeven zonder dat de wederpartij wordt gehoord, met name indien het aannemelijk is dat uitstel de verzoeker onherstelbare schade zal berokkenen of indien er een aantoonbaar gevaar voor verduistering of verlies van bewijs bestaat (vgl. art. 1019b lid 3 BW).

Verlof voor de beslaglegging wordt niet gegeven indien de bescherming van de eventuele vertrouwelijkheid van de in beslag te nemen bescheiden onvoldoende is gewaarborgd (vgl. art. 1019b lid 4 Rv). Verder kan de voorzieningenrechter, met name indien hij het verlof verleent zonder dat de wederpartij wordt gehoord, aan het verlof - met overeenkomstige toepassing van art. 701 Rv - de voorwaarde verbinden dat de beslaglegger zekerheid stelt ter zake van de schade die hij heeft te vergoeden indien het beslag onrechtmatig blijkt te zijn.

De met de executie van het verlof belaste deurwaarder heeft ter inbeslagneming toegang tot elke plaats, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is, zulks met inachtneming van de art. 444-444b Rv, welke bepalingen overeenkomstig van toepassing zijn op het conservatoire beslag (art. 712 en 734 Rv), en ook op het bewijsbeslag