Bel 033 4602302 of mail naar info@beslagrecht.nl

Word abonnee

Verlof (art. 700 lid 1 Rv)

Beslagverlof is het verlof van de voorzieningenrechter voor het leggen van een conservatoir beslag. Art. 700 lid 1 Rv bepaalt dat voor het leggen van conservatoir beslag idat verlof vereist is.

Begroting vordering (art. 700 lid 2 Rv)

Als het in het beslagrekest vermelde recht voor het verkrijgen van verlof voor beslag een geldvordering is, stelt de voorzieningenrechter bij het geven van verlof het bedrag vast waarvoor het verlof wordt verleend, met inbegrip van de kosten waarin de schuldenaar zal kunnen worden veroordeeld (vgl. art. 700 lid 2 Rv, derde volzin).

  • HR 31-01-2006, LJN AU4691 (94c Sv)
    De begroting van de vordering dient niet om het maximale bedrag aan te geven waarvoor het beslag mag worden gelegd, maar om het bedrag waarvoor de beslaglegger een vordering op de beslagdebiteur meent te hebben en verhaal daarvoor beoogt te zoeken. De beslaglegger mag daarbij anticiperen op volgende beslagen die de spoeling dunner maken.
Rechtsmiddelenverbod (art. 700 lid 2 Rv)

Bij het verlof voor het leggen van een conservatoir beslag geldt een rechtsmiddelenverbod: er is geen hogere voorziening mogelijk (zie art. 700 lid 2 Rv, vijfde volzin). Tegen het weigeren van het verlof is wel hoger beroep en cassatie mogelijk.

Verlof onder voorwaarde van zekerheid (art. 701 lid 1 en 2 Rv)

De voorzieningenrechter kan een beslagverlof verlenen onder voorwaarde dat tot een door de rechter te bepalen bedrag zekerheid wordt gesteld voor schade die door het beslag kan worden veroorzaakt (art. 701 lid 1 Rv).

De zekerheid moet voor of bij de betekening van het beslagexploot aan de beslagene worden aangeboden. Voor het overige is art. 616 Rv van toepassing (art. 701 lid 2 Rv).

Voorlopig beslagverlof

Een bijzondere vorm van het beslagverlof is het voorlopig beslagverlof.